Presidentskeuze leidt tot machtsstrijd in Turkije
ISTANBUL (ANP) – De verkiezing van een nieuwe president in Turkije ontpopt zich in toenemende mate tot een machtsstrijd tussen de Turkse strijdkrachten en de regering van premier Recep Tayyip Erdogan. Het land, dat wil toetreden tot de Europese Unie, was dit weekeinde het toneel van een verscherpte strijd die in Turkije telkens weer oplaait: die tussen de aanhangers van de strikte scheiding tussen moskee en staat en de voorvechters van een politieke rol voor de belangrijkste religie in het land, de islam.
Kern van het jongste conflict, dat zondag werd geïllustreerd door meer dan een miljoen betogers in Istanbul, is Erdogans voordracht om minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül per 16 mei de seculiere Ahmet Necdet Sezer te laten opvolgen als president. Het parlement moet Gül aanstellen en dat mislukte vrijdag.De kandidaat moet een meerderheid van twee derde krijgen en dat zit er niet in. Bij de derde en beslissende ronde op 9 mei is een gewone meerderheid voldoende en het geldt dan als zeker dat Gül voldoende steun krijgt.
Veel Turken zien dat helemaal niet zitten omdat de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AK) van Erdogan en Gül wortels heeft in de politieke islam. Ze vrezen dat Gül zijn toch vooral ceremoniële post zal misbruiken om het wereldse, seculiere karakter van Turkije aan te tasten.
Gül heeft al laten weten dat hij zijn kandidatuur in geen geval zal opgeven. Hij zag zich in het weekeinde geconfronteerd met de top van de strijdkrachten, die duidelijk maakte „zorgen" te hebben over gang van zaken in het land en het leger dreigde in een verklaring impliciet met een optreden als de scheiding van moskee en staat in gevaar komt.
Dreigende taal van de strijdkrachten is in Turkije geen sinecure. Het leger beschouwt zich als de hoeder van het gedachtegoed van generaal Mustafa Kemal Atatürk, de man die in 1923 het huidige Turkije stichtte. Atatürk brak radicaal met de cultuur van het islamitische Ottomaanse Rijk. Hij wilde een moderne en seculiere staat en hij voerde talrijke hervormingen in zoals vrouwenemancipatie en de afschaffing van talrijke islamitische instellingen. Het leger greep daarna viermaal in om naar eigen zeggen te voorkomen dat de staat in gevaar kwam. Dat gebeurde door regelrechte staatsgrepen in 1960, 1971 en 1980. De laatste keer dat het leger zijn macht liet gelden was in 1997.
De islamitische stromingen in Turkije hebben zich evenwel nooit echt uit het veld laten slaan. Tien jaar geleden kwam de eerste pro–islamitische partij, de Welvaartspartij, zelfs aan de macht. Onder druk van het leger en de politiek–ambtelijke elite werd deze partij uiteindelijk juridisch buitenspel gezet. De AK van Erdogan, die de plek van de Welvaartspartij in dit deel van het politieke spectrum opvolgde, was in 2002 desondanks zeer succesvol tijdens de verkiezingen.
De militairen hadden weinig keuze dan de opmars van de AK te slikken, zeker ook omdat het politieke liberale beleid van de AK succesvol en populair is. Bovendien heeft de AK steeds gezegd de seculiere staat niet ter discussie te willen stellen. Gül zou nu de eerste president van Turkije kunnen worden met wortels in de politieke islam en dat is voor de militairen nu toch reden even te grommen. De generaals, die vermoeden dat de AK een geheime islamitische agenda heeft, gruwelen bijvoorbeeld al bij de gedachte dat Güls vrouw een hoofddoek draagt.
De strijdkrachten, waarvan de AK al direct na aantreden macht afnam, kregen zondag steun van meer dan een miljoen Turken die in Istanbul de straat opgingen om naar eigen zeggen de seculiere staat te beschermen. De regering van Turkije, en ook de Europese Unie waarmee Ankara in gesprek is, benadrukten dat het leger zich koest moet houden en de democratische principes moet respecteren. Het Turkse bedrijfsleven pleitte zondag voor vervroegde parlementsverkiezingen om zo de democratie te waarborgen.