Commandant bezoekt Afghaanse nabestaanden
DEN HAAG - Commandant Hans van Griensven heeft afgelopen weekend de nabestaanden bezocht van de vier Afghanen die vorige maand vermoedelijk zijn omgekomen door Nederlands vuur.
De families van de slachtoffers kregen zakken rijst, olie en geld om vlees te kopen voor een rouwmaaltijd, zo maakte het ministerie van Defensie dinsdag bekend.Volgens Defensie stelden de families dit op prijs, maar waren ze nog aangedaan. De nabestaanden komen overigens ook nog in aanmerking voor een schaderegeling, zei een woordvoerder. Het onderzoek naar de schietpartij van 22 maart waarbij vanuit Nederlandse Apachehelikopters waarschijnlijk vier Afghanen zijn doodgeschoten, is nog niet afgerond.
Commandant Van Griensven van de Nederlandse militairen in Uruzgan sprak ook met de dorpsoudsten. Hij was meegevlogen met de eerste lichting hulpagenten voor dit gebied. Van de 35 kandidaten die half maart naar Kamp Holland werden overgevlogen voor een opleiding, werden er 29 afgelopen weekend met hun diploma op zak afgeleverd in het oord Chenar Tu (ruim 40 kilometer ten oosten van Tarin Kowt).
Op kamp Holland zitten naast de Nederlanders 550 Australische militairen. Zij houden zich voornamelijk bezig met wederopbouw. Deze zomer worden 400 militairen gestuurd en volgend jaar nog eens 50. De extra manschappen zijn vooral gevechtstroepen. Defensie is blij met de komst van de extra militairen, zo meldde een woordvoerder van het departement in Den Haag dinsdag in een reactie op de aankondiging hierover van de Australische premier John Howard.
Het ministerie van Defensie in Den Haag benadrukt dat de Australische gevechtstroepen al ervaring hebben opgedaan in het gebied, zodat ze direct kunnen worden ingezet. Dat zal volgens de woordvoerder de veiligheid in het gebied verbeteren, wat ook gunstig is voor de Nederlandse strategie. De Australiërs en de Nederlanders werken al samen en dat zal naar verwachting intensiever worden.
Er komt voorlopig nog geen VN-kantoor in Uruzgan, maar de Verenigde Naties zijn via Afghaanse hulporganisaties wel actief in de provincie. Met die boodschap kwam de hoogste medewerker van de VN in Afghanistan, Tom Koenigs, dinsdag naar Den Haag.
„Wij moeten zonder militairen ons werk kunnen doen”, zei hij na afloop van gesprekken met Nederlandse ministers en Tweede Kamerleden. Hoewel Nederland zegt dat Tarin Kowt veilig is, is het volgens hem voor een VN-medewerker niet mogelijk om zonder militaire bescherming van de Nederlandse basis Kamp Holland naar het huis van de gouverneur in de stad te rijden. Dat is een afstand van nog geen 3 kilometer.
Koenigs gaf aan dat Nederland zelf ook een bedreiging vormt door de discussie over het wel of niet verlengen van de missie na augustus 2008. „De belangrijkste bedreiging zijn diegenen die zeggen dat ze niet doorgaan”, zei hij. „De taliban zullen zeggen dat zij vluchten.”