Bedelaars verwijderd uit Kampala om top
KAMPALA - In november wordt in de Ugandese hoofdstad Kampala de tweejaarlijkse vergadering van regeringshoofden van het Gemenebest gehouden. Het stadsbestuur doet zijn best om Kampala mooi te maken.
Het Gemenebest van Naties, voorheen het Brits Gemenebest, is een vrijwillige verbintenis tussen 53 onafhankelijke staten, met de Britse koningin Elizabeth als symbolisch hoofd. De bevestiging dat de koningin ook zelf Uganda zal bezoeken, verhoogde de Gemenebestkoorts.De vergadering van regeringshoofden duurt slechts een week, maar Kampala staat het hele jaar op zijn kop. Zes aannemers creëren op onverwachte momenten een verkeerschaos door ongecoördineerde wegwerkzaamheden op verkeersknooppunten. Medewerkers van het stadsbestuur sluiten lelijke winkelpanden en kantoren wanneer de eigenaars weigeren gehoor te geven aan het bevel hun gebouw te schilderen. Bedelaars (vooral afkomstig uit het arme Karamojadistrict) worden met vrachtwagenladingen tegelijk de stad uitgereden.
Daarnaast gaf de regering vorig jaar zeer gewilde bouwgrond in het stadscentrum gratis aan investeerders die bereid waren er vijfsterrenhotels neer te zetten. Het grote en voor Ugandese begrippen onwaarschijnlijk luxe Serenahotel opende onlangs de deuren. Direct ernaast wordt nog gebouwd aan een Hiltonhotel dat het mooiste hotel van de Hiltonketen in Afrika moet worden. Blijkbaar hebben grote hotelketens vertrouwen in de verwachting van de regering dat Kampala na de vergadering van het Gemenebest een nieuw conferentiecentrum wordt in Oost-Afrika en dat meer grote organisaties in Kampala (hoofd)kantoren gaan openen.
Met een mengeling van trots, onbegrip en afgunst ondergaan de inwoners van de stad de Gemenebestgekte. Met verbeten gezichten wurmen automobilisten zich door de stad. Winkeliers ontsteken in woede als een medewerker van het gemeentebestuur een hangslot op hun ongeverfde winkel doet. De meesten huren de winkelruimte slechts en hebben al moeite genoeg om het hoofd boven water te houden. Zij waren er niet van op de hoogte dat de eigenaar van het pand een brief had ontvangen met daarin het bevel om het gebouw te schilderen.
„Verf is goedkoop”, zegt stadsmedewerker Nooh Bukenya. „Bovendien is er in Uganda een wet waarin staat dat huiseigenaren hun pand minstens elke twee jaar een opknapbeurt moeten geven.” Het is in Kampala duidelijk te zien dat dat slechts een papieren wet is, maar nu kan het stadsbestuur er handig gebruik van maken om mensen te dwingen mee te werken aan de opknapbeurt van de stad.
De controleurs controleren vooral gebouwen langs hoofdwegen waar deelnemers van de vergadering doorheen zullen rijden of lopen. Vorige week zijn zes mensen opgepakt die huisvuil op straat dumpten, een wijdverbreid gebruik in Kampala, waar slechts 40 procent van het huisvuil wordt opgehaald.
De afgelopen maanden zijn veel straatkinderen en bedelaars uit de stad verdwenen. De meesten van hen sliepen op vaste punten in de stad. Het was voor het gemeentebestuur dus makkelijk om hen te lokaliseren en in alle vroegte in vrachtauto’s en bussen te laden en af te voeren. Er zijn speciale kampen ingericht, ver buiten de stad, waar deze mensen voorzien zouden worden van voedsel, gezondheidszorg en scholing.
Hulporganisaties klagen er echter over dat de voorzieningen volstrekt onvoldoende zijn. Daarnaast zijn er geruchten dat niet alle vrachtwagens en bussen naar deze kampen rijden. Sommige zouden doorrijden naar de districten waar de bedelaars vandaan komen, waar ze op straat gedumpt worden.