Executie ex-topman van Irak
BAGDAD - De voormalige Iraakse vicepresident Taha Hussein Ramadan is dinsdag voor zonsopgang opgehangen, na maandagavond door de Amerikanen aan de Iraakse autoriteiten te zijn overgedragen. Zijn vonnis werd precies vier jaar na de Amerikaans-Britse inval voltrokken.
Ramadan werd in november samen met Saddam Hussein en zes verdachten veroordeeld voor de moord op 148 sjiieten uit Dujail. De slachtoffers werden ter dood gebracht nadat er in 1982 in Dujail een aanslag was gepleegd op Saddam. Ramadan kreeg in eerste instantie levenslang, maar een hof van beroep vond die straf te licht en vroeg de rechtbank het vonnis te heroverwegen.Vorige maand werd Ramadan, die vicepresident was tot Saddams regime vier jaar geleden ten val werd gebracht, alsnog ter dood veroordeeld. Dat vonnis werd vorige week in hoger beroep bevestigd. Saddam werd op 30 december opgehangen, en twee van zijn medeverdachten in januari.
Een van hen, Saddams halfbroer Barzan Ibrahim, werd toen hij werd opgehangen per ongeluk onthoofd en volgens een getuige van de ophanging van dinsdag waren er maatregelen genomen om te voorkomen dat Ramadan hetzelfde zou overkomen.
Ramadan heeft steeds gezegd zich als vicepresident slechts te hebben beziggehouden met de economie van het land en niets te maken te hebben gehad met de moord op de sjiieten uit Dujail. Volgens anderen was hij juist de vertrouweling van Saddam Hussein.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meent echter dat er onvoldoende bewijs was om het doodvonnis van Ramadan te rechtvaardigen, los van de vraag of die straf ooit gerechtvaardigd is.
Vier jaar na de inval in Irak is van het optimisme niets meer over. Uit een peiling die onlangs voor de derde maal sinds 2004 in Irak is gehouden, komt een beeld naar voren van een steeds pessimistischer bevolking die ten prooi valt aan zware emotionele stress.
Het onderzoek werd tussen 25 februari en 5 maart uitgevoerd in opdracht van de Amerikaanse tv-zender ABC News en mediapartners USA Today, de Britse BBC en de Duitse ARD.
Het aantal Irakezen dat zegt het persoonlijk goed te hebben, is van 71 procent in november 2005 gedaald tot 39 procent nu. Ongeveer driekwart zegt met gevoelens van woede en depressie te kampen en zich moeilijk te kunnen concentreren. Meer dan de helft van hen gaat zo weinig mogelijk naar buiten, naar de markt of langs controleposten van de politie.
Slechts 42 procent zegt nog dat het nu beter is in Irak dan onder Saddam Hussein, die tienduizenden tegenstanders van zijn regime liet ombrengen.
De Iraakse premier Nuri al-Maliki denkt dat het sektarische geweld in Irak voorbij is. Hij zei dit in een vraaggesprek met de Britse omroep ITV dat gisteravond werd uitgezonden. De sektarische oorlog is nu voorbij, zegt hij. „Het is een groot succes dat we dit geweld en de ontvoeringen beëindigd hebben”, aldus de premier.
De onafhankelijke website Iraq Body Count doet pogingen het aantal slachtoffers bij te houden. De website stelt dat bijna 60.000 burgers zijn gedood sinds 20 maart 2003.
Bij een aanslag op een sjiitische moskee in de Iraakse hoofdstad Bagdad zijn gisteren zeker 8 mensen om het leven gekomen en 32 gewond geraakt, aldus de politie. In een hoek van de moskee was een bom verstopt, die ’s middags afging.
Ongeveer een uur na de aanslag in Bagdad werd de Noord-Iraakse stad Kirkuk getroffen door vier explosies. Daarbij vielen zeker twaalf doden en dertig gewonden. De doden en meeste gewonden vielen bij twee aanslagen met autobommen.