Hamas en Iran door wederzijdse belangen verbonden
BEIROET - Toen in Irak Saddam Hussein werd opgehangen, hielden woedende leden van de soennitische Palestijnse Hamas rouwbijeenkomsten. Dat viel slecht bij het sjiitische Iran, dat Saddam als een aartsvijand beschouwde. Toch kwam het niet tot een breuk tussen de twee. Integendeel zelfs. Verbonden door gemeenschappelijke strategische belangen versterkten Hamas en Iran het afgelopen jaar juist de banden, tot verontrusting van sommige Arabische landen en Israël.
Israël beschuldigde Iran er de afgelopen weken van Hamasleden uit de Gazastrook te trainen en wapens naar Hamas te smokkelen. Het aantreden, afgelopen weekend, van een nieuwe Palestijnse regering waarin naast Hamas de minder radicale Fatah zitting heeft, zal die kwestie ongetwijfeld opnieuw onder de aandacht brengen.Ideologisch staan Iran en Hamas lijnrecht tegenover elkaar. Iran hangt een fundamentalistische versie van de sjiitische islam aan, Hamas een even rechtlijnige versie van de soennitische islam. Maar Irans politieke beleid is gebaseerd op zijn vijandschap jegens de Verenigde Staten en op concurrentie met zijn Arabische buren om invloed in de regio en daarbij kan Iran Hamas goed gebruiken. „De politieke islam is heel pragmatisch”, zegt de in Beiroet gevestigde Palestijnse analist Suheil Natour. „Ze bedrijven Realpolitik.”
De Iraanse analist Saeid Leylaz zegt dat Irans strategische doelen zijn gebaseerd op de perceptie dat Iran door de VS in zijn bestaan wordt bedreigd. „De Iraniërs proberen alle middelen waarover ze beschikken te gebruiken om de Amerikanen dwars te zitten (…) Als Iran en Amerika aan de onderhandelingstafel gaan zitten om over hun strategie te praten, beloof ik u dat het hele optreden van Iran in het Midden-Oosten, inclusief Palestina, zal veranderen.”
Iran schoot Hamas te hulp toen de meeste Arabische landen zich vorig jaar aansloten bij een internationale boycot die de VS en de Europese Unie de Palestijnen oplegden toen de Hamasregering bleef weigeren Israël te erkennen en geweld af te zweren. In eerste instantie zegde Iran de bijna bankroete Palestijnse Autoriteit 50 miljoen dollar toe, maar aangenomen wordt dat daar later nog eens 250 miljoen bovenop is gekomen, uit te keren in maandelijkse termijnen.
Nu de Palestijnen een coalitieregering hebben gevormd lijkt een aantal westerse landen, waaronder de belangrijke donor Noorwegen, bereid hun betalingen te hervatten Dat zou betekenen dat de behoefte aan geld uit Iran minder groot wordt.
Intussen hebben de Arabische landen, bang voor Irans toenemende invloed in de regio, de afgelopen maanden de hand uitgestoken naar Hamas. Vorige maand hielp de Saudische koning Abdullah een staakt-het-vuren tot stand te brengen in de bloedige strijd tussen Hamas en Fatah. Hij organiseerde een top in Mekka waar de twee Palestijnse partijen het eens werden over een regering van nationale eenheid.
Hamas beschouwde de top in Mekka als een bewijs van zijn reïntegratie in de Arabische wereld. „Het was een erkenning van de verkiezingsuitslag en (Arabische) samenwerking met Hamas”, zegt Musa Abu Marzuk, een Hamaswoordvoerder in Damascus. Maar de bijeenkomst in Mekka betekende niet dat Hamas Iran als bondgenoot zou laten vallen. „De banden met Iran blijven sterk”, zegt Marzuk. „Irans standpunten staan het dichtst bij die van Hamas.”
Ook voordat Hamas in januari vorig jaar de verkiezingen won waren de banden met Iran al sterk. De twee vormden een vereend front tegen Israël toen Hamasleider Khaled Mashaal in december 2005 een bezoek bracht aan Teheran. Mashaal beloofde daar de aanslagen tegen Israël op te voeren als Israël Iran zou aanvallen. „We zijn deel van een verenigd front tegen de vijanden van de islam”, verklaarde hij.
Zo’n standpunt contrasteert met dat van de gematigde Fatah, die Arabische landen als Egypte en Saudi-Arabië als de natuurlijke bondgenoten van de Palestijnen beschouwt.
De banden tussen Iran en Hamas ontstonden aan het begin van de jaren ’90, toen Israël 400 activisten van Hamas en de Islamitische Jihad naar Zuid-Libanon verbande. De bannelingen zetten hun kamp op in Marj al-Zohur, een niemandsland waar de door Iran gesteunde Libanese Hezbollahmilitie de dienst uitmaakte. Voor die tijd moest Hamas nooit veel hebben van het sjiitische Iran, maar nu werden de betrekkingen allengs hartelijker.
„Het taboe op de shia werd doorbroken in Marj al-Zohur, waar de Palestijnen in nauw contact kwamen met Hezbollah en ze goed met elkaar bleken te kunnen opschieten”, zegt Sakr Abu Fakher, hoofdredacteur van het in Beiroet uitgegeven tijdschrift Palestinian Studies.