Vakbondsleden, oorlogsveteranen en honderden anderen liepen zondag door Manhattan om te protesteren tegen de impopulaire oorlog. De tocht eindigde bij de kantoren van de democratische senatoren Hillary Rodham Clinton en Charles Schumer.In tegenstelling tot zaterdag werden er zondag geen tegendemonstraties gehouden door Amerikanen die achter het Irakbeleid van president George Bush staan. Zaterdagmorgen liepen in Washington duizenden christelijke tegenstanders van de oorlog van het Vietnammonument naar het Pentagon. Bij het terrein van de National Mall, een enorm park in het centrum van Washington met belangrijke gebouwen en monumenten, schreeuwden voor- en tegenstanders van de oorlog elkaar leuzen toe. Beide kampen hielden zich aan weerszijden van een weg op. De critici droegen spandoeken met teksten zoals ”VS weg uit Irak” bij zich, en de voorstanders van Bush’ beleid maakten hen uit voor lieden die concessies willen doen aan al-Qaida.

Ook in Los Angeles, San Francisco en andere steden waren zaterdag veel tegenstanders van de oorlog op de been. Ook elders in de wereld werd tegen de oorlog in Irak betoogd. In de Spaanse hoofdstad Madrid gingen zaterdag tienduizenden betogers de straat op. Volgens de organisatie namen 400.000 mensen deel, maar ooggetuigen schatten dat aantal lager in. In Istanbul demonstreerden zo’n 3000 mensen tegen de oorlog en in Athene rond de 1000.

De Iraakse bevolking is vier jaar na de Amerikaanse invasie steeds pessimistischer geworden. Slechts 18 procent heeft vertrouwen in het Iraakse leger en de aanwezigheid van de buitenlandse troepen. Dat bleek vanmorgen uit een onderzoek door een aantal buitenlandse televisiezenders, waaronder de BBC.

Van de 2000 ondervraagden is 78 procent tegen de aanwezigheid van buitenlandse troepen; 69 procent vindt dat hun aanwezigheid de veiligheid in het land juist verslechtert. Anderzijds vindt 63 procent dat de buitenlandse militairen pas weg mogen als de veiligheidssituatie is verbeterd en de Iraakse overheidsinstellingen zijn versterkt.

De Amerikaanse militaire bevelhebber in Irak, generaal David Petraeus, is voorzichtig optimistisch over het functioneren van het veiligheidsplan voor de Iraakse hoofdstad Bagdad en de provincie Anbar. Dat verklaarde hij zondag tegenover de BBC.

Zeker vijf Amerikaanse militairen zijn zaterdag in de Iraakse hoofdstad Bagdad omgekomen bij bomexplosies. Een zesde Amerikaan kwam om in Tikrit door een ongeluk. Dit maakte de strijdkrachten zondag in een communiqué bekend.

Een vliegtuig met aan boord de Australische premier John Howard heeft zaterdag tijdens een geheime trip in Irak een noodlanding moeten maken. Howard raakte niet gewond, meldden Australische media.

Het toestel was op weg naar Bagdad na een bezoek aan militairen in het zuiden van het land toen de laadruimte van het Australische transportvliegtuig zich plotseling vulde met rook. De brandgeur verspreidde zich ook naar de cockpit en Howard moest een zuurstofmasker opdoen. De piloot wist echter veilig terug te keren naar de basis in Talil, waar Howard het toestel in allerijl moest verlaten. De oorzaak van de rookontwikkeling is onbekend.