Van vijf naar achtduizend kippen
KHULNA - Hij begon kleinschalig, slechts met een kippetje of 5. Inmiddels scharrelen er in de schuren van Alid zo’n 8000 rond. Bescheiden naar Nederlandse maatstaven, maar heel wat in Bangladesh. „Driehonderdduizend kippen op één bedrijf? Dat kan toch nooit?”
Al op honderden meters afstand van de kippenfarm, gelegen in een klein dorpje in het Bengaalse district Khulna (1,5 miljoen inwoners), is de weeïge lucht al goed waarneembaar. Het kan niet missen: kippen.Trots laat Alid (33) zijn laatste aanwinst zien: een nieuwe kippenschuur, het afgelopen jaar gebouwd dankzij een lening van 13.000 euro die hij kreeg van de christelijke hulporganisatie CSS, partnerorganisatie van Woord en Daad in Bangladesh. Het geld werd opgebracht door het Business Platform van Woord en Daad, dat zich inzet om bedrijvigheid in ontwikkelingslanden te stimuleren.
In het grootste gebouw zitten de kippen tot tweehoog opgestapeld. „Mooi hè? Dubbeldeks.” Alhoewel, opgestapeld. Voor Nederlandse begrippen zijn de kippen van Alid toch op z’n minst scharrelaars.
De rente die Alid over zijn lening betaalt aan CSS bedraagt 8 procent. Een schijntje vergeleken met de percentages die lokale woekeraars vragen, zegt de Bengaal. „Bovendien moet je bij hen altijd eerst een bedrag aanbetalen, voordat je überhaupt iets kunt lenen.” Bij reguliere banken kon Alid ook niet terecht. „Voor hen ben ik geen interessante partij. Veel te klein.”
Niet verwonderlijk krijgt CSS relatief veel aanvragen voor leningen, zegt directeur Mark Munshi. „Doorgaans verkopen we in negen van de tien gevallen nee. Soms omdat het businessplan gewoonweg niet deugt, maar vaker omdat we geld tekort komen om meer ondernemers te steunen.”
Doorslaggevend in het geval van Alid was de werkgelegenheidscreatie, zegt Munshi. De Bengaalse kippenboer heeft sinds de laatste uitbreiding zeven werknemers in dienst. Arbeidsplaatsen die hard nodig zijn in een land waar zich jaarlijks meer dan 1 miljoen mensen op de arbeidsmarkt melden.
Zijn 8000 kippen leggen gemiddeld zo’n 7000 eieren per dag, vertelt Alid trots. „Dagelijks worden die opgehaald door groothandelaren. Zij zetten ze vervolgens weer af bij marktkooplui. Mijn eieren gaan door heel Bangladesh.”
Per ei vangt Alid 4 taka, omgerekend zo’n 5 eurocent. Wanneer zijn kippen na zo’n anderhalf jaar van de leg raken, doet hij ze voor 100 taka (1,20 euro) van de hand. In totaal levert de handel Alid een aardige boterham op. Netto verdient hij zo’n 1100 euro op jaarbasis.
Ondernemers aan wie CSS geld leent, zijn verplicht hun kennis over te dragen aan startende ondernemers in de buurt. Zo adviseert Alid een vijftigtal beginnende kippenboeren in zijn directe omgeving. Voor concurrentie is hij niet bang. „Hoe meer eieren de groothandel hier in de buurt kan oppikken, hoe beter. Daar profiteren we allemaal van. De vraag naar eieren in Bangladesh is groot genoeg.”
Alid vaccineert zijn kippen tegen diverse ziekten. Voor vogelgriep heeft hij echter nog geen vaccin voorhanden, terwijl de gevreesde ziekte in het afgelopen jaar behoorlijk dichtbij kwam, met onder meer een uitbraak in buurland India. Is hij niet bang dat de vogelgriep zijn bedrijf treft? „Niet echt. Ondernemers lopen risico. Ik dus ook. Maar ik vertrouw erop dat wij hier van de ziekte gevrijwaard blijven.”
Wanneer Alid te horen krijgt dat er in Nederland legbatterijen bestaan met wel 300.000 stuks, glimlacht hij. „Zo veel kippen op één bedrijf? Dat kan toch nooit?” De kleine Bengaal kan zich werkelijk geen voorstelling maken bij dergelijke immense legbatterijen. Misschien is dat maar beter ook.
Eerst de actie, dan het Woord
In het overwegend islamitische Bangladesh probeert de christelijke hulporganisatie CSS al 35 jaar het Evangelie uit te dragen. „Door onze actie tonen we mensen de liefde van Christus.”
Christenen zijn in Bangladesh veruit in de minderheid, vertelt Mark Munshi, directeur van CSS (Christian Service Society, opgericht in 1972), de partnerorganisatie van Woord en Daad in Bangladesh. „Op dit moment is zo’n 0,4 procent van de bevolking hier christen.”
Evangeliseren is daarom erg moeilijk, zegt hij. „Met een Bijbel onder de arm laten ze je hier niet zomaar binnen. We proberen daarom door onze daden de liefde van Christus te tonen.”
Die daden beslaan inmiddels een breed terrein. Naast het verlenen van noodhulp verricht CSS onder meer werk op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. Daarnaast heeft de organisatie enkele opvanghuizen voor kansarme kinderen.
CSS poogt de arme bevolking van Bangladesh meer zelfvoorzienend te maken. Door leningen te verstrekken (op micro- en mkb-niveau) stimuleert de organisatie daarom lokale bedrijvigheid. Bij CSS werken ongeveer 1300 mensen.