Dat maakte een hooggeplaatste politiefunctionaris in de deelstaat Chhattisgarh donderdag bekend. Ten tijde van de aanval bevonden zich in het kamp 74 politiemensen en 50 lokale stamleden die behoren tot een speciale politie-eenheid.Volgens de lokale bestuurder K. R. Pisda bestookte een grote groep opstandelingen het kamp in het dorp Rani Bodli met granaten, benzinebommen en langdurig geweervuur. Het Indiase persbureau PTI repte over veertig doden, terwijl andere media zelfs melding maakten van zeker zestig doden. De toegang tot het gebied wordt bemoeilijkt door de mijnen die de linkse rebellen hebben achtergelaten. De verwachting is dat het dodental nog verder zal stijgen, aldus de autoriteiten.

De maoïstische rebellen hebben zeker tien van de zestien arme districten in de deelstaat in handen. Ze zeggen te vechten voor de in de steek gelaten stammen en landloze boeren. Door de strijd tussen rebellen en regeringstroepen zijn in Chhattisgarh tienduizenden mensen van huis en haard verdreven. De maoïsten zijn in totaal in veertien van India’s 29 deelstaten actief, vooral in het midden in zuiden. De veertig jaar durende strijd eiste al tienduizenden levens. Vorig jaar omschreef premier Manmohan Singh de maoïsten als de grootste bedreiging voor de interne veiligheid van India.