Maliki sprak onder anderen met stamleiders, lokale bestuurders en Iraakse en Amerikaanse militaire commandanten. Washington heeft recent extra militairen naar de hoofdstad Bagdad en de westelijke provincie Anbar gestuurd om een einde te maken aan het aanhoudende geweld.Maliki heeft eerder gezegd de verzoening tussen de sjiitische meerderheid en de Arabisch soennitische minderheid te willen bevorderen. De soennieten vormden de dominante gemeenschap in Irak tot de val van het regime van Saddam Hussein in maart 2003. De sjiieten werden decennia onderdrukt.

De premier zei na een ontmoeting met de provinciale gouverneur dat hij sinds 1976 niet in Ramadi meer was geweest. „Ik hou van deze provincie en ben er trots op dat het deel uitmaakt van Irak". Maliki en de gouverneur zeiden samen te zullen werken om de opstand te beëindigen.

Amerikaanse commandanten ter plaatse waren ingenomen met het bezoek van Maliki. Zij zien de trip als een concrete stap dat het de sjiitische regering ernst is om vrede te maken met de soennitische stamleiders in Anbar. Een deel van de stamleiders heeft zich tegen de rebellen gekeerd.

In september stemden een aantal tribale leiders er mee in om de strijd met de aanhangers van al–Qaida aan te gaan. Dit heeft echter niet tot een eind van het geweld geleid. Cellen van al–Qaida namen sindsdien bloedig wraak op een reeks van stamleiders en hun bondgenoten.