Nieuwe regering Colombia vangt bot bij buurlanden
De buurlanden van Colombia hebben als in koor afwijzend gereageerd op het officiële verzoek van de nieuwe regering in Bogotá om militaire steun in de strijd tegen de guerrillabewegingen en de drugshandel. In een aan zijn ambtgenoten van buurlanden Venezuela, Brazilië, Peru, Ecuador en Panama gericht schrijven vroeg de recent aangetreden president Alvaro Uribe om hulp bij het bestrijden van de politieke terreur in het meest onherbergzame grensgebied.
Volgens het Colombiaanse staatshoofd is de kans groot dat de guerrilla’s binnenkort de ruim 6000 kilometer lange, en vooral ook poreuze, grens overtrekken om de beschutting te zoeken die zij dadelijk -wanneer het regeringsleger zijn offensief heeft ontketend- niet langer in eigen land zullen vinden.
„We willen verhinderen dat de geweldplegers zich straks kunnen hergroeperen in de grensgebieden van onze buurlanden en stellen daarom voor om met gezamenlijke militaire operaties hun de toegang tot deze mogelijke vluchthavens te ontzeggen”, aldus minister Martha Lucía Ramírez van Defensie in Bogotá. Haar Braziliaanse collega, Geraldo Quinta˜o, wees de suggestie direct van de hand met de opmerking dat er in zijn ogen geen enkel gevaar bestaat voor het overslaan van het conflict naar „onze kant” van de grens. De bewindsman wees erop dat Brazilië juist enkele weken geleden een zeer geavanceerd en wijdvertakt netwerk van militaire radarstations en elektronische observatieposten in gebruik heeft genomen, zodat volgens hem „nog geen kolibrie” onopgemerkt door het woud kan dartelen. De aanleg van het zogeheten Sivam-bewakingssysteem voor de Amazone nam bijna tien jaar in beslag en vergde een investering van ongeveer 3 miljard euro.
In zijn formele antwoord op het verzoek uit Colombia schreef president Fernando Henrique Cardoso van Brazilië dat zijn land de bestrijding van de handel in verdovende middelen hoog in het vaandel voert, maar haar blijft beschouwen als een zaak voor de politie. „Preventie, waakzaamheid en informatie zijn in onze ogen de beste methoden om het politieke geweld buiten de deur te houden”, aldus het staatshoofd.
Terwijl de Colombiaanse president zijn eerste diplomatieke initiatief roemloos zag sneuvelen, ging het Braziliaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vrijwel meteen in de tegenaanval. In plaats van Colombia militair bij te staan stelt Brazilië voor het verscheurde buurland te omringen met een „gordel van vrede.” Tijdens bezoeken aan Peru en Ecuador bood minister Quinta˜o van Defensie aan de gegevens, verzameld door het grensoverschrijdende Sivam-netwerk, te delen. „Hoewel ons land militaire samenwerking in de regio wil bevorderen, blijft Brazilië stevig vasthouden aan het principe dat elke interventie door een vreemde mogendheid in een binnenlands geschil waar dan ook ter wereld fout is. Het is beter en verstandiger de twistende partijen aan te moedigen tot het voeren van een dialoog. Dat begunstigt bovendien een duurzame conflictbeëindiging”, aldus de Braziliaanse minister tijdens zijn verblijf in de Peruaanse hoofdstad Lima.
Ook de regeringen van Ecuador en Panama weigerden het verzoek van de Colombiaanse president in overweging te nemen. De Ecuadoriaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Jaime Marchán, noemde het voorstel zelfs „misplaatst” en verzekerde dat zijn land part noch deel wil hebben aan de gebeurtenissen in Colombia. De regering van Panama merkte via een communiqué droogjes op dat het land geen leger heeft en dat er dus van militaire samenwerking geen sprake kan zijn. President Alejandro Toledo van Peru gaf zelfs helemaal geen antwoord op het rekest uit Bogotá, terwijl zijn Venezolaanse ambtgenoot Hugo Chávez zich beperkte tot het mompelen van enkele vriendelijke woorden van begrip voor de uitdagingen waarvoor Colombia zich geplaatst ziet.
Voor een belangrijk deel zijn de negatieve reacties op het voorstel van Colombia toe te schrijven aan het sterke vermoeden dat president Alvaro Uribe tot het schrijven van zijn petitie is aangemoedigd door de regering van de Verenigde Staten. Het is geen geheim dat Washington al langer probeert in Zuid-Amerika en Europa steun en medewerking te krijgen voor zijn militaristische aanpak van de problemen in Colombia.
Aanvankelijk was het daarbij alleen de bedoeling de teelt van en de handel in verdovende middelen te bestrijden door het Zuid-Amerikaanse land te voorzien van miljarden euro’s aan zowel militaire als economische hulp. Twee jaar geleden reserveerde de Amerikaanse regering met instemming van het congres een bedrag van 3 miljard dollar voor de modernisering van het Colombiaanse leger. Het was toentertijd de bedoeling dat de landen van de Europese Unie een soortgelijk bedrag op tafel zouden leggen om Colombia te helpen bij het wegnemen van de talrijke sociale misstanden die het politieke en criminele geweld aanwakkeren. De EU liet evenwel snel weten hiervoor weinig te voelen. Ook de meeste landen van Zuid-Amerika gaven er de voorkeur aan zich niet in te laten met het in Washington geformuleerde Plan Colombia.
Zonder bijval uit Europa en uit de regio zelf besloot de Amerikaanse regering uiteindelijk de meer sociale dimensie uit het reddingsplan voor Colombia te schrappen, om zich toe te leggen op de militaire aspecten. Eerder dit jaar gingen zowel het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden als de Senaat akkoord met een wijziging van de leveringsvoorwaarden verbonden aan de grote wapenzendingen naar Colombia. Het leger van dat land hoeft zich bij het gebruik van het nieuwe schiettuig niet langer te beperken tot narcoticadoelwitten, maar mag het door de VS geleverde vizier nu ook richten op de guerrilla’s.
De gebeurtenissen van 11 september leidden ertoe dat de Amerikaanse vrees om opnieuw betrokken te raken bij een burgeroorlog in Zuid-Amerika op slag verdween. Zowel de wapenleveranties aan Colombia als de aanwezigheid in dat land van honderden Amerikaanse militaire adviseurs staan nu in het teken van de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme.
„Hoewel wij een heel eind mee kunnen met de VS en hun strijd tegen het terrorisme, is dit wel een conflict dat we ver buiten onze grenzen willen houden”, zo verklaart diplomaat Ricardo Fleischer op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Brasília. „Wat er in Colombia plaatsheeft, heeft natuurlijk niets van doen met de spanningen in het Midden-Oosten. Wanneer de regeringen van de VS en Colombia samen ten strijde willen trekken tegen het guerrillakwaad, is dat op zich al erg genoeg. Maar wanneer zij dan ook nog eens andere landen van het continent hierbij willen betrekken, is wat ons betreft de maat vol”, aldus Fleischer.