Het eerste van twee debatten heeft zondag plaats en wordt door de commerciële televisiestations SAT1 en RTL uitgezonden. De Duitsers kiezen 22 september een nieuwe Bondsdag.

Waarschijnlijk zullen miljoenen Duitsers de discussie tussen de sociaal-democratische bondskanselier Gerhard Schröder en zijn christen-democratische rivaal Edmund Stoiber volgen. Zij zullen met elkaar discussiëren over onder meer het economisch beleid, de immigratie en de gevolgen van de wateroverlast in Duitsland.

Wat in de Verenigde Staten en Frankrijk normaal is, was in Duitsland tot dusver taboe. Vroegere bondskanseliers weigerden steevast met hun voornaamste uitdager op de televisie in debat te gaan, omdat dat de status van hun rivaal zou verhogen. Zo voelde Helmut Kohl er in 1998 niets voor in het strijdperk te treden tegen Schröder. De huidige bondskanselier is echter een andere mening toegedaan. Hij smeekte Stoiber, premier van de deelstaat Beieren, bijna om met hem „zittend, liggend of staand” op de beeldbuis te verschijnen.

Schröder kan het debat met enig vertrouwen tegemoetzien. Hij weet met camera’s om te gaan, in tegenstelling tot Stoiber, wiens televisieoptredens ook in de ogen van zijn aanhangers tot nu toe niet overtuigend waren. Dit voordeel kan echter een nadeel worden, hopen de christen-democraten. Omdat de verwachtingen over Stoibers verbale kwaliteiten niet erg hoog zijn, heeft hij eigenlijk al gewonnen als hij gelijkspeelt of zelfs een lichte nederlaag lijdt. In die zin loopt de bondskanselier meer risico’s dan zijn rivaal.

Om te oefenen hebben Stoiber en Schröder tweemaal voor een krant met elkaar gedebatteerd. Beiden lieten er geen twijfel over bestaan dat ze elkaar niet mogen en dat ze persoonlijk niets met elkaar kunnen beginnen. Voor de camera’s kunnen zij zich zo’n houding echter niet veroorloven. Televisiekijkers houden niet van mensen die openlijk hun afkeer van hun tegenstander laten blijken.