Bos verliest strijd om Sociale Zaken
DEN HAAG - De strijd om de departementen is gestreden. PvdA-partijleider Bos lijkt de verliezer.
In de Haagse wandelgangen gonst het momenteel van geruchten. Iedereen weet meerdere namen te noemen van toekomstige bewindspersonen. Maar als er iets onzeker is, dan zijn het deze lijstjes wel. Voormalig VVD-vicefractievoorzitter Cornielje -momenteel commissaris van de Koningin in Gelderland- heeft meer dan eens gezegd dat in perioden dat over de invulling van functies werd gepraat, hij telkens weer andere lijstjes met kandidaten onder ogen kreeg.De verdeling van de portefeuilles over de partijen is belangrijker dan de poppetjes. De minister en de staatssecretaris sturen hun departement dagelijks aan. Ze kunnen de uitwerking van beleidsvoornemens die in het regeerakkoord zijn genoemd -en ook de zaken die daarin niet voorkomen- naar hun hand zetten.
De coalitiepartners CDA, PvdA en ChristenUnie waren er gisteren snel uit. Ze hadden in principe twee dagen uitgetrokken om de ministeries over de partijen te verdelen, maar de onderhandelaars hadden aan één dag voldoende. Dat duidt op een grote mate van onderling vertrouwen.
PvdA-leider Bos heeft gisteren in ieder geval twee belangrijke wensen laten varen. De eerste is dat er geen kernkabinet komt van zo’n zeven ministers. Bos poneerde tijdens de verkiezingscampagne een voorstel om het huidige aantal ministers van zestien minimaal te halveren. Volgens de PvdA’er moet dat kunnen door samenvoeging van een groot aantal beleidsterreinen.
Het ligt voor de hand dat zeker de ChristenUnie zich tegen een kernkabinet verzette, anders zou de partij slechts één ministerspost in het kabinet krijgen. Maar ook in het CDA bestond geen draagvlak voor Bos’ plan, omdat het onder meer leidt tot minder grip op het ambtelijk apparaat.
De tweede veer die de PvdA gisteren moest laten was de claim op Sociale Zaken. De PvdA had daar graag een minister voor geleverd. De bewindspersoon op dat departement is letterlijk en figuurlijk het sociale gezicht van het kabinet.
Het CDA wilde deze PvdA-wens niet inwilligen, omdat de sociaaldemocraten dan een te grote invloed zouden krijgen in de sociaaleconomische hoek. Immers, het staat al vast dat Bos zelf naar Financiën gaat. Daarom levert het CDA straks de minister van Sociale Zaken, zo is gisteren overeengekomen.
Als compensatie voor de PvdA gaan de beleidsonderdelen kinderopvang en emancipatie, die nu onder Sociale Zaken vallen, naar Onderwijs. En de bewindspersoon die daar wordt benoemd, zal een PvdA’er zijn.
Maar daarmee was de PvdA niet tevreden. Omdat ook de minister-president en de minister van Economische Zaken van het CDA zullen zijn, zou de invloed van de PvdA op het sociaaleconomisch beleid wel erg klein zijn.
Daarom hebben de onderhandelaars afgesproken dat de sociaaleconomische vierhoek (Algemene Zaken, Financiën, Sociale Zaken en Economische Zaken) in de toekomst een sociaaleconomische zeshoek wordt. Ook de (PvdA-)minister van Onderwijs en de (ChristenUnie-)minister voor Jeugd en gezin gaan er deel van uitmaken.
Het lijkt erop dat CDA en PvdA de ChristenUnie niet heel veel ruimte gunnen om een eigen stempel op het regeringsbeleid te zetten. De minister voor Jeugd en Gezin krijgt geen eigen departement en een minister van ChristenUniehuize op Defensie kan niet veel ’kwaad’ doen. Datzelfde geldt voor het staatssecretariaat op Verkeer en Waterstaat dat de CU krijgt toebedeeld.
Uiteraard kunnen de ChristenUnieministers ook hun invloed laten gelden op andere beleidsterreinen, omdat ze tijdens het wekelijkse kabinetsoverleg in principe over alles meepraten en meebeslissen. Naar buiten toe zal de vraag of kabinetsvoornemens voor een deel ook een ChristenUniegezicht zal hebben, vooral afhangen van het beleid dat de minister voor Jeugd en Gezin voert.