Buitenland

RAF-lid Mohnhaupt zonder berouw vervroegd vrij

BERLIJN - Brigitte Mohnhaupt, een van de laatste leden van de Rote Armee Fraktion die nog in hechtenis zitten, komt op 27 maart vrij. Zij heeft dan 24 jaar in de gevangenis gezeten. De rechtbank in Stuttgart besloot maandag de resterende straf van de inmiddels 57-jarige vrouw in voorwaardelijk om te zetten.

Buitenlandredactie
13 February 2007 10:37Gewijzigd op 14 November 2020 04:31
Brigitte Mohnhaupt, een van de laatste leden van de Rote Armee Fraktion.
Brigitte Mohnhaupt, een van de laatste leden van de Rote Armee Fraktion.

De uitspraak van de rechter leidde tot gemengde reacties. Nabestaanden van door Mohnhaupt vermoorde Duitsers waren geschokt, de afgevaardigden van de Groenen en de liberale FDP zagen in de rechterlijke uitspraak een versterking van de rechtstaat.Dirk Schleyer, de zoon van de vermoorde Hanns-Martin Schleyer, sprak in een eerste reactie van rechtsverdraaiing. „Voor de families van de slachtoffers is het belangrijk dat er berouw wordt getoond.”

De Beierse minister-president Edmund Stoiber bekritiseerde de uitspraak eveneens en verlangde een verontschuldiging van Mohnhaupt tegenover de nabestaanden.

Volgens de Groenen en de FDP heeft het recht echter gezegevierd. Een kwarteeuw is genoeg, zo luidt hun commentaar. Het tonen van berouw mag in een rechtstaat geen voorwaarde voor vervroegde vrijlating zijn.

Mohnhaupt werd in 1982 gearresteerd en in 1985 wegens negenvoudige moord veroordeeld tot vijfmaal levenslang plus vijftien jaar. Onder haar slachtoffers waren procureur-generaal Siegfried Buback, werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer en de bankier Jürgen Ponto.

Mohnhaupts straf werd uiteindelijk samengevat tot levenslang. Vorig jaar wees de rechtbank haar verzoek om vervroegde vrijlating nog af en bepaalde hij dat zij vanwege de ernst van haar daden ten minste 24 jaar van haar straf moest uitzitten.

Met Christian Klar, die pas over twee jaar voor vervroegde vrijlating in aanmerking komt, behoorde Mohnhaupt tot de harde kern van de tweede generatie van de RAF. Deze ontketende in 1977 een golf van terreur die de Duitse Herfst is gaan heten. „Wie dat heeft meegemaakt krijgt het nooit meer uit zijn hoofd”, zei procureur-generaal Klaus Pflieger, die destijds betrokken was bij de opsporing van Mohnhaupt en Klar.

Mohnhaupt geldt als de aanvoerster van de tweede RAF-generatie. Het opsporingsbericht uit de jaren ’70 toont een jonge, goed en wilskrachtig ogende vrouw met lang blond haar en een enigszins spottende blik.

Na haar middelbare school gaat de in 1949 geboren Mohnhaupt, enig kind uit een kleinburgerlijk gezin, in München filosofie studeren. Ze wil journalist worden. Ze trouwt met medestudent Rolf Heissler, die zich later net als zij bij de RAF aansluit, maar het huwelijk houdt maar een paar jaar stand.

In 1971 treedt zij toe tot de Baader-Meinhoffgroep. Zij is actief betrokken bij de opbouw van de groep tot terreurorganisatie en levert wapens voor overvallen. In 1972 wordt ze gearresteerd en tot vier jaar en twee maanden veroordeeld.

In de Stammheimgevangenis waar de RAF-kopstukken zijn gedetineerd -en waar Ulrike Meinhof in 1976 opgehangen in haar cel wordt aangetroffen- voert de felle Mohnhaupt dagelijks discussies met haar geestverwanten. Als begin 1977 haar vrijlating nadert krijgt zij, inmiddels 27 jaar oud, van de anderen opdracht ”Offensief 77” op te richten, met als oogmerk Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe vrij te krijgen. Baader vertrouwt het haar toe om de ondergrondse beweging nieuw leven in te blazen.

Dat zij met de harde RAF-kern in de gevangenis heeft gezeten verleent Mohnhaupt onder de overgebleven leden de autoriteit van plaatsvervangend leider. De terreurgolf die zij ontketent begint kort daarna met de moordaanslagen op procureur-generaal Buback en Dresdner-Bankdirecteur Ponto, waarvoor zij later wordt veroordeeld.

In oktober 1977 wordt werkgeversvoorzitter Schleyer na 43 dagen gijzeling doodgeschoten, vrijwel zeker op instigatie van Mohnhaupt. In 1981 is zij betrokken bij een aanslag in Heidelberg op de Amerikaanse generaal Frederick Kroesen. Deze overleeft.

Een jaar later loopt Mohnhaupt tegen de lamp en verdwijnt ze in de gevangenis. Ze blijft aanvankelijk strijdbaar en is het er niet mee eens als de RAF in 1992 het geweld afzweert. Ook weigert ze aan tafel te gaan zitten met toenmalig minister van Justitie Klaus Kinkel als die probeert een verzoening tot stand te brengen.

Het weekblad Der Spiegel schreef maandag in een commentaar dat Mohnhaupt en de andere RAF-leden nooit geafficheerd wilden worden als ordinaire criminelen, maar in feite geen haar beter zijn. Zij zagen zichzelf als „revolutionaire avant-gardisten, die zich gesteund wisten of in ieder geval begrip ontvingen van linkse intellectuelen die de maatschappij koste wat het kost wilden veranderen.”

Uiteindelijk werden ze opgejaagd, aangeklaagd en veroordeeld net als ordinaire criminelen, aldus Der Spiegel. Zo bijzonder was Mohnhaupt dus niet. „Berouw toonde ze niet. Ook in dat opzicht onderscheidde ze zich niet van andere misdadigers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer