Gemengde reacties op resultaten Unilever
ROTTERDAM - „Unilever is weer concurrerend. We maken vooruitgang en onze besparingsprogramma’s hebben het beter gedaan dan verwacht”, zei bestuursvoorzitter Patrick Cescau van Unilever donderdag tijdens een toelichting op de jaarresultaten. Analisten en werknemers kijken iets anders naar de cijfers van het voedings- en wasmiddelenconcern.
De producent van consumentenproducten zoals Dove, Omo, Bertolli en Calvé stak de afgelopen periode veel tijd in het versimpelen van de organisatie. „In twee jaar tijd hebben we ons topmanagement met 30 procent verminderd”, aldus Cescau. Van de 1200 topmanagers zijn er zo’n 800 over. „Ook de structuur in de verschillende landen is simpeler geworden. Het bedrijf heeft een fundamentele verandering ondergaan. De volgende stappen zijn betere marketing en winnen met onze klanten.”Volgens de bestuursvoorzitter is de fundamentele verandering terug te vinden in de resultaten. De omzet bedroeg vorig jaar 39,6 miljard euro, een stijging van 3 procent ten opzichte van 2005. De bedrijfswinst steeg 7 procent tot 5,4 miljard euro.
De onderliggende omzetgroei, de omzet zonder effecten van overnames en wisselkoersverschillen, kwam uit op 3,8 procent, tegen 3,1 procent in 2005. Die onderliggende omzetgroei was 0,2 procentpunt lager dan de gemiddelde verwachting van analisten. Zij waren dan ook niet onder de indruk van de cijfers. Ook beleggers hadden op meer gerekend, het aandeel sloot donderdag ruim 3 procent lager.
De besparingsmaatregelen die Unilever doorvoerde, leverden eerder dan voorzien resultaat op. Daar stond tegenover dat de kosten van grondstoffen juist harder stegen. Vooral soja en de zogenoemde zachte oliën voor voedingsmiddelen stegen flink in prijs. Door de duurdere aardolie liepen de kosten van vervoer en verpakkingen flink op. Al met al stegen die kosten 600 miljoen euro meer dan voorzien.
Unilever als geheel wist in Europa met 1 procent te groeien. Het was de eerste keer in drie jaar dat er in Europa groei werd gerealiseerd. Het herstel is breed en is vooral gedreven door innovaties, waaronder in ijs en soep. Alleen Frankrijk bleek een moeilijke markt. „We hebben daar te maken gehad met een staking bij de onderneming die voor ons de distributie verzorgt. Daar hebben we last van gehad”, zei Cescau.
Voor 2007 verwacht de onderneming dat de marktomstandigheden gelijk blijven. De consumentenvraag zal in Europa bescheiden zijn en in de rest van de wereld robuuster. De stijging van grondstofkosten in voedingsmiddelen zet door. De onderliggende groei voor 2007 komt uit tussen de 3 en de 5 procent.
FNV Bondgenoten greep de presentatie van de jaarcijfers van Unilever aan om te pleiten voor werkzekerheid bij het bedrijf. Zo’n 300 werknemers kwamen bijeen bij het hoofdkantoor aan de Weena in Rotterdam om deze boodschap onder de aandacht te brengen.
Volgens de vakbond zijn de „tegenvallende cijfers” het bewijs van het gebrek aan visie bij het levensmiddelenbedrijf. „De winst is voor het overgrote deel gerealiseerd door saneringen, terwijl die uit groei zou moeten voorkomen. Op een keer ben je immers uitgesaneerd en wat dan?” zo vraagt FNV-bestuurder Lucas Vermaat zich af.
De bond presenteerde zijn plannen voor „duurzame werkzekerheid” bij de Nederlandse tak van Unilever. FNV Bondgenoten zegt dat Unilever niet laat zien dat het bedrijf de Nederlandse bedrijfsonderdelen op de kaart wil houden. „Wij wachten niet af, maar komen zelf met een visie”, aldus Vermaat. „Zo houden we zelf het initiatief.”
Eerder deze week belegden de ondernemingsraad en de vakbonden van FNV, CNV en De Unie in Rotterdam een werkconferentie waar bijna honderd personeelsleden zich bogen over de werkgelegenheid bij het concern. De aflopen jaren is veel werk overgeheveld naar goedkope landen zoals Polen en India. Verder zijn er banen verdwenen door reorganisaties.
Bij Unilever werken in Nederland nu nog 4000 tot 4500 mensen. Halverwege april van dit jaar komen de bonden met een uitgewerkt plan.