Huis zoekt verdwenen miljarden in Irak
NEW YORK - Waar zijn de miljarden dollars gebleven die Washington na de invasie van Irak naar Bagdad stuurde? Die vraag heeft een commissie van het Huis van Afgevaardigden dinsdag voorgelegd aan Paul Bremer, voormalig ex-stadhouder van de VS voor Irak.
In totaal stuurde Washington 20 miljard dollar in contanten naar Bagdad. Daarvan was 12 miljard Iraaks geld bestaande uit opbrengsten van olieverkopen en fondsen die tijdens het regime van Saddam Hussein waren bevroren. De rest was Amerikaans belastinggeld bestemd voor de wederopbouw.De voorlopige coalitieregering onder leiding van Bremer ging volgens een eerder onderzoek „bijzonder slordig” om met dit geld.
Er werd nauwelijks genoteerd aan wie het geld werd uitbetaald. Er gingen zakken met 100-dollarbiljetten naar ontvangers die daar met een krabbel voor tekenden maar die in de administratie nergens zijn terug te vinden.
Volgens Bremer was „gezien de omstandigheden” nauwelijks anders mogelijk. Volgens sommige parlementariërs was deze chaos typerend voor het Irakbeleid van Bush.
Het Britse tabloid The Sun heeft video-opnamen in zijn bezit, die in de cockpit van een Amerikaans gevechtsvliegtuig zijn gemaakt. Op de videoband komt aan het licht dat de Amerikanen per abuis een konvooi van Britse militaire voertuigen raakten. De krant publiceerde dinsdag een transcriptie van de videobeelden.
Het incident had in maart 2003 plaats bij de stad Basra in het zuiden van Irak. De 25-jarige Britse militair Matty Hull kwam door het incident om het leven. Uit de videoband blijkt dat de Amerikanen ontsteld waren toen ze beseften dat ze Britten hadden geraakt. „We zitten in de gevangenis, kerel”, was de reactie van een van hen.
Amerikaanse en Iraakse militairen zijn intussen gezamenlijk begonnen de soennitische wijk Adhamiyah in Bagdad uit te kammen. Volgens een Amerikaanse commandant is dit het startschot van het eerder aangekondigde nieuwe veiligheidsplan voor de Iraakse hoofdstad.