Volgens The New York Times begon onder het bewind van Ronald Reagan zelfs een geheim programma waarbij de Amerikanen Bagdad aan militaire inlichtingen hielpen over de positie en de bewegingen van het Iraanse leger. Hiervoor werden volgens de krant ongeveer zestig medewerkers van de militaire inlichtingendienst DIA (Defense Intelligence Agency) vrijgemaakt. Zij zouden het Iraakse leger niet alleen inlichtingen verschaft hebben, maar zouden Bagdad ook geholpen hebben bij de planning van manoeuvres om het Iraanse offensief tot staan te brengen.

The New York Times heeft verschillende mensen gesproken die indertijd bij dit programma betrokken waren. Zij benadrukten dat het Witte Huis zowel onder Reagan als later onder George Bush senior van deze Amerikaans-Iraakse samenwerking op de hoogte was. Het was Amerika’s hoogste leiders ook bekend dat Irak in de strijd tegen Iran chemische wapens gebruikte. „Van Amerikaanse kant is het gebruik van chemische wapens tegen burgers altijd bekritiseerd, maar in een militair conflict is het gewoon een ander wapen. Wij hebben het gebruik ervan nooit goedgekeurd, maar Irak ook nooit gevraagd ermee te stoppen”, aldus Walter Lang, voormalig militair inlichtingenspecialist, tegenover de New York Times.

Het verhaal brengt de huidige regering-Bush in verlegenheid, omdat het mogelijke gebruik van chemische wapens door Bagdad nog eind vorige week door nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice werd genoemd als „voldoende argument” voor de VS om Saddam Hussein aan te pakken. Nu blijkt dat de VS het gebruik van dit soort wapens indertijd zelf gedoogden, overigens vooral uit vrees dat Iran de oorlog zou winnen. Dat zou volgens Washington Irak, Koeweit en zelfs Saudi-Arabië tot potentiële prooi maken van de Iraanse revolutie. „De openbare veroordeling van Bagdads gebruik van chemische wapens tegen de Koerden maar het gedogen van het gebruik van diezelfde wapens tegen Iran was eenvoudig een kwestie van realpolitik, waarbij het indammen van de Iraanse revolutie voor Washington prioriteit nummer één was”, aldus Lang.

Ook tijdens president Bush’ huidige vakantie gaan de voorbereidingen voor een offensief tegen Irak gestaag door. Woensdag komen vice-president Dick Cheney (minister van Defensie tijdens de Golfoorlog), minister van Defensie Donald Rumsfeld en Amerika’s hoogste militaire chef, Richard Myers, naar Bush’ ranch in Texas voor verdere besprekingen. Bush’ plannen voor Irak zijn op z’n zachtst gezegd niet erg populair in Europa, maar volgens Richard Perle -adviseur van Rumsfeld- heeft Washington Europa niet nodig voor een offensief tegen Bagdad. „De steun van Groot-Brittannië is voldoende”, aldus Perle in het ABC-programma This Week. De Duitse bondskanselier Schröder blijft tegen een militaire aanval op Irak, ook na kritiek van de Verenigde Staten op de houding van Berlijn. „Ik moet het veroorzaken van een nieuwe crisis in het gebied door een militaire interventie afraden”, zei Schröder zondag. Over de Amerikaanse kritiek zei de bondskanselier: „Men kan ons zeker niet verwijten dat we onze internationale verplichtingen niet nakomen.” Schröder verwees daarbij naar de 10.000 Duitse soldaten die zijn gelegerd op de Balkan, in Afghanistan en in Afrika.

Intussen bouwen de Amerikanen de militaire voorraden voor een offensief tegen Irak verder op. Het ministerie van Defensie (Pentagon) heeft twee grote vrachtschepen en tien kleinere exemplaren gehuurd om pantservoertuigen, helikopters, tanks, ambulances, wapens en munitievoorraden naar bases in het Midden-Oosten te vervoeren. Een Pentagon-woordvoerder ontkende echter dat een offensief tegen Irak binnenkort te verwachten is.