De gevechten braken uit toen soennitische studenten die voorstanders zijn van de regering van premier Fuad Siniora het in de kantine aan de stok kregen met studenten die de oppositie van de sjiitische Hezbollah steunen. Aanhangers van Hezbollah haalden versterking en bewoners van de omliggende soennitische wijk gingen zich er ook mee bemoeien, waardoor een hevige vechtpartij uitbrak. Beide kampen gingen elkaar en de politie te lijf met stokken, stenen en stoelpoten. Het leger zette gepantserde voertuigen en traangas in en schoot in de lucht om de menigte uiteen te drijven.Hezbollahleider sjeik Hassan Nasrallah maande zijn aanhangers tot kalmte. In een oproep op de Hezbollahzender Al-Manar zender verzocht hij hen niet de straat op te gaan. Volgens Al-Manar kwamen twee Hezbollahaanhangers om het leven. Veiligheidsfunctionarissen konden dat niet bevestigen, maar meldden wel 17 gewonden. Volgens andere tv-stations raakten 25 personen gewond.

Dinsdag ontaardde een door de Hezbollah en andere oppositiepartijen uitgeroepen algemene staking in het hevigste geweld sinds de pro-Syrische Hezbollah en zijn bondgenoten twee maanden geleden hun campagne tegen de regering-Siniora begonnen. Drie mensen kwamen daarbij om.

Op een donorconferentie in Parijs is donderdag 7,6 miljard dollar (5,8 miljard euro) toegezegd voor de wederopbouw van Libanon na de strijd tussen Israël en Hezbollah. De Franse president Jacques Chirac opende de conferentie, die werd bijgewoond door vertegenwoordigers van een veertigtal landen en financiële instellingen, met een pleidooi om vrijgevig te zijn.

De toezeggingen gingen ruim over het bedrag heen dat de organisatoren van de conferentie zich ten doel hadden gesteld, namelijk een bedrag van ongeveer 5 miljard dollar (3,8 miljard euro). Het geweld dat deze week oplaaide in Libanon heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de gulheid van veel donoren. Zo besloot Groot-Brittannië nog eens 48 miljoen dollar (37 miljoen euro) te schenken aan een VN-vluchtelingenorganisatie, boven op de 115 miljoen dollar (88 miljoen euro) die het al had beloofd de komende vier jaar te zullen uitkeren.

Volgens Paul Wolfowitz, de president van de Wereldbank, liep Libanon door de oorlog een directe schade op van 2,4 miljard dollar (1,8 miljard euro) en een indirecte schade van nog eens zo’n 700 miljoen dollar (540 miljoen euro). De economie van het land kromp met 6 procent, terwijl groei was voorspeld.

De Verenigde Staten zegden de regering van premier Fouad Siniora bijna 600 miljoen euro aan steun toe, die echter nog wel door het Amerikaanse Congres goedgekeurd moet worden. De Europese Commissie beloofde een half miljard euro aan donaties en gunstige leningen. Woensdag had de Franse regering al een lening van een half miljard euro aan Libanon in het verschiet gesteld. De minister van Buitenlandse Zaken van Saudi Arabië kondigde aan dat zijn land een miljard dollar aan Libanon zal doneren.

Er zijn wel voorwaarden verbonden aan de buitenlandse hulp. Saniora’s regering zal met het geld uitvoering moeten geven een de hervormingsplannen die zij deze maand heeft gepresenteerd en die de woede hebben gewekt van de vakbonden en de Hezbollahaanhang. De oppositie zegt dat internationale hulp de schuld van Libanon alleen maar groter zal maken.

Financiële hulp is wellicht niet toereikend om Libanon te behouden als een oase van stabiliteit in een roerige omgeving en vrij van de bemoeienis van landen als Syrië en Iran. De confrontaties die eerder deze week plaatshadden tussen aanhangers van de regering en de Hezbollah zijn tekenend voor de snelheid waarmee het land terug kan vallen in de spiraal van geweld zoals dat ten tijde van de burgeroorlog gebeurde.

Hezbollah heeft met zijn oorlog van afgelopen zomer veel publieke steun gewonnen en heeft vermoedelijk vele miljoenen euro’s besteed aan vergoedingen aan getroffen burgers in het oorlogsgebied. Westerse landen proberen nu door middel van deze geldstroom de invloed die Hezbollah daarmee heeft gewonnen teniet te doen.