Ultranationalisten winnen in Servië
BELGRADO - De ultranationalistische Radicale Partij (SRS) heeft bij de zondag gehouden parlementsverkiezingen in Servië de meeste stemmen behaald, maar niet genoeg om alleen te kunnen regeren. De partij kreeg 28,3 procent van de stemmen, maakte de kiesraad vandaag bekend.
De prowesterse hervormingsgezinde Democratische Partij (DS) van president Boris Tadic (22,6 procent) en de centrumrechtse Volkscoalitie (DSS) van premier Vojislav Kostunica (16,3 procent) kunnen samen een regering vormen, als ze hun onderlinge geschillen bijleggen.Meer dan 60 procent van de 6,6 miljoen Servische kiezers maakte de gang naar de stembus. Er stond dan ook veel op het spel, zoals de verstandhouding tussen Servië en internationale organisaties zoals de NAVO en de Europese Unie. Nog belangrijker is het aanstaande besluit van de Verenigde Naties over de toekomst van de afvallige provincie Kosovo.
De voorlopige uitslag betekent dat de ultranationalisten niet alleen kunnen regeren, terwijl de Democraten en de Volkscoalitie een nieuwe regering zouden kunnen vormen als ze het eens worden over wie de nieuwe premier wordt. Kostunica wil zijn positie graag behouden, maar de Democraten staan erop dat zij de premier leveren.
De nieuwe machtsverdeling in het Servische parlement zal naar alle waarschijnlijkheid bepalend zijn voor de medewerking die Servië bereid is te verlenen aan de arrestatie van de van oorlogsmisdaden verdachte generaal Ratko Mladic. Westerse landen hebben diens arrestatie al lange tijd hoog op hun verlanglijst staan. Ook de economie is een belangrijke kwestie. Hoewel de Servische economische groei in 2006 bijna 6 procent bedroeg, bedraagt de werkloosheid nog altijd 31 procent en verdient de gemiddelde Serviër 250 euro per maand.
De Democraten willen snelle hervormingen realiseren, corruptie bestrijden en korte metten maken met de laatste overblijfselen van het regime van wijlen president Slobodan Milosevic. Tadic beschuldigt Kostunica van onwil om de Servische politiemacht, het rechtsstelsel en de geheime dienst te ontdoen van de laatste functionarissen uit het Milosevictijdperk.
Kostunica’s Volkscoalitie neigt volgens waarnemers meer naar de ultranationalistische SRS dan naar de DS. De partij van de conservatieve premier is van huis uit eveneens nationalistisch, maar minder strikt dan de SRS, de partij van Nikolic en de in de Scheveningse gevangenis opgesloten partijleider Vojislav Seselj. Seselj staat terecht voor het Joegoslaviëtribunaal.
Europarlementslid en Balkanspecialist Joost Lagendijk (GroenLinks) vindt dat de Democratische Partij van Tadic het slechter heeft gedaan dan verwacht en gehoopt. De peilingen voorspellen weinig goeds voor de hervormingen en EU-toenadering in Servië, denkt Lagendijk. „Het kan indirect wel goed uitpakken voor onderhandelingen over de Servische provincie Kosovo. Velen verwachten dat er met radicalen toch geen zaken valt te doen, zodat Kosovo onafhankelijk gemaakt kan worden.”
VN-gezant Martti Ahtisaari presenteert mogelijk vrijdag zijn advies voor de toekomst van Kosovo. Naar verluidt zal hij een zekere mate van autonomie aanraden. Kostunica en Tadic staan wat betreft Kosovo op één lijn. Beiden hebben tegen afsplitsing geprotesteerd. Ze gedogen een zekere autonomie voor het gebied, maar willen niet dat er getornd wordt aan de Servische grenzen. De Radicale Partij bestempelt elk compromis over Kosovo als landverraad. Als ze aan de macht komt, zal ze overigens ook geen verdachten meer uitleveren aan het Joegoslaviëtribunaal.