Aanklacht tegen financiers al-Qaida
Zeshonderd familieleden van slachtoffers van de aanslagen op 11 september vorig jaar eisen één biljoen (miljoen maal miljoen) dollar schadevergoeding van wat zij de „financiers van deze terreur” noemen.
De nabestaanden richten hun gemeenschappelijke claim tegen personen, organisaties en tegen de Sudanese overheid.
„Het gaat ons niet om het geld, maar wij moeten iets doen om deze mensen aan te pakken. Deze mensen, die Osama bin Laden en zijn al-Qaida-terreurnetwerk financieel in staat gesteld hebben om de aanslagen op 11 september uit te voeren. Onze militairen vechten op tal van plaatsen ter wereld tegen dit kwaad. Op het thuisfront is het enige dat wij kunnen doen de financiële bronnen afsnijden die dit kwaad financieren”, aldus Irene Spina, die bij de aanslag op het World Trade Center in New York haar dochter verloor.
In een 258 pagina’s tellend document dat werd gepresenteerd bij de districtsrechtbank in Alexandria (Virginia) worden de aangeklaagden beschuldigd van onder meer intimidatie, samenzwering en doodslag. Het gaat hierbij om de Sudanese regering, om Osama bin Laden zelf en drie Saudische prinsen, om een aantal zogeheten liefdadigheidsinstellingen die al-Qaida zouden financieren en om enkele banken in het Midden-Oosten. Vooral de schadeclaim tegen de Saudische prinsen brengt de regering-Bush in verlegenheid.
Het is bekend dat al-Qaida voor een belangrijk deel wordt gefinancierd door welgestelde Saudische zakenlieden, maar Washington probeert de Saudische regering binnen de internationale antiterreurcoalitie te houden en negeert dit feit in het openbaar. De klagers denken daar anders over. „Het Saudische koninkrijk financiert Bin Laden. Dit is een verraderlijk land”, zo meent Ron Motley, een van de advocaten van de klagers. De claim is vergelijkbaar met de schadeclaim die indertijd tegen de Libische overheid werd ingediend na de PanAm-ramp boven het Schotse Lockerbie. Volgens Motley is het mogelijk om beslag te leggen op de bezittingen in de VS van de aangeklaagden.