Koerden moeten rust brengen in Bagdad
IRBIL - Met zijn automatische geweer bij de hand rust Sarbat Karim even uit, tussen de intensieve militaire trainingen door die hij en andere Koerdische soldaten ondergaan voordat zij naar Bagdad zullen vertrekken om daar in het kader van een plan van de Amerikaanse en de Iraakse regering orde op zaken te helpen stellen.
Oorlogen brengen verwoesting teweeg, „maar wij moeten offers brengen voor ons land”, zegt Karim (22), die het een grote eer vindt om de veiligheid in de Iraakse hoofdstad te mogen helpen herstellen.De 3000 man sterke infanteriebrigade van Karim is geoefend in stedelijke oorlogvoering. Een grote Iraaks-Amerikaanse troepenmacht moet volgens de plannen Bagdad wijk voor wijk uitkammen om de stad te zuiveren, zowel van soennitische opstandelingen als van het Mahdileger van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr, dat verantwoordelijk wordt geacht voor het grootste deel van de sektarische moorden van de afgelopen maanden. Behalve de brigade van Karim uit Mosul zet het Iraakse leger een tweede Koerdische brigade uit Sulaimaniyah en een derde, overwegend sjiitische brigade uit het zuiden van het land in voor de operatie, die binnenkort moet beginnen.
„Onze soldaten hebben ervaring in het veld opgedaan en hebben in het verleden geholpen Mosul te stabiliseren”, zegt brigadegeneraal Nazir Assem Korran. „Wij hebben talrijke offers gebracht om de veiligheid te herstellen en wij hebben het volste vertrouwen in onze soldaten als we naar Bagdad gaan.” Over het aantal soldaten dat in Mosul is gesneuveld, liet hij zich niet uit.
De Iraakse premier Nouri al-Maliki kondigde de plannen voor Bagdad een week geleden aan. De Amerikaanse president George Bush zei afgelopen woensdag 21.500 extra militairen naar Irak te willen sturen om in samenwerking met de Iraakse regering te proberen de veiligheidssituatie in Bagdad en de westelijke provincie Anbar te verbeteren.
Bagdad moet net zo veilig worden als de noordelijke regio Koerdistan, zegt kapitein Adham Ahmed (27). De soldaten worden minstens acht uur per dag klaargestoomd voor de taken die ze in Bagdad moeten verrichten. Ze krijgen les in stedelijke oorlogvoering, EHBO, omgaan met burgers, bescherming van leven en goed, het opzetten van controleposten en herkenning van terroristen, aldus Ahmed.
Brigadegeneraal Korran maakt zich zorgen over de taalbarrière: zijn brigade bestaat voor 95 procent uit Koerden, die het Arabisch niet of nauwelijks machtig zijn. De Koerden zijn soennitische moslims maar geen Arabieren en vormen een aparte etnische groep. De generaal benadrukt dat de soldaten deel uitmaken van het Iraakse leger en geen Koerdische milities of peshmerga’s zijn, zoals sommige Iraakse media beweren.
„Een op de vijf soldaten spreekt Arabisch, maar het zou goed zijn als er tolken waren”, zegt soldaat Karim.