Steeds meer troepenmachten weg uit Irak
WENEN (AP) - De Italianen zijn weg en de Slowaken bijna. De Britten staan op het punt zich terug te trekken, net als de Denen en de Zuid-Koreanen. De Amerikaanse president George Bush heeft besloten nog eens 21.500 troepen naar Irak te sturen, maar steeds meer van zijn bondgenoten willen en gaan ook weg uit Irak.
In Bratislava, waar de 103 Slowaakse soldaten die nu nog in Irak zijn over enkele weken arriveren, vat barman Mikulas Krkolak de zuurder wordende stemming in veel coalitielanden samen. „Dit is een Amerikaanse oorlog, wij hebben er niets mee te maken.”Vlak na de invasie in 2003 waren er ongeveer 300.000 soldaten uit 38 landen in Irak. Er waren 250.000 Amerikaanse en 40.000 Britse soldaten. De overige landen, van Australië met 2000 man tot Albanië met 70, droegen slechts in zeer beperkte mate bij aan de buitenlandse strijdmacht in Irak, en die situatie is nooit veranderd.
De meeste niet-Amerikaanse buitenlandse troepen bevinden zich in het voornamelijk sjiitische zuiden, waar de situatie relatief stabiel is, maar sommigen waarschuwen dat er door de terugtrekkingen een machtsvacuüm kan ontstaan in het zuiden dat mogelijk door de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr en zijn militie wordt opgevuld. Italië, dat ooit 3000 militairen in het zuiden had, haalde vorige maand zijn laatste soldaat naar huis. Nu wil ook Groot-Brittannië, de belangrijkste Amerikaanse bondgenoot, duizenden van zijn 7000 soldaten in de zuidelijke stad Basra terughalen. Volgens de Financial Times overweegt premier Tony Blair de terugtrekking van 2600 soldaten aan te kondigen.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, schetste donderdag in Washington een veel te optimistisch beeld van de toekomstige bijdragen door bondgenoten. „De Zuid-Koreanen, de Japanners en anderen hebben hun troepen weer versterkt om in Irak actief te blijven. En er is een NAVO-missie in Irak die officieren traint. Dus denk ik dat je dergelijke internationale steun zult blijven zien.”
De feiten: Zuid-Korea is van plan zijn troepenmacht van 2300 man uiterlijk in april te halveren en het Zuid-Koreaanse parlement zet de regering onder druk om een plan op te stellen voor volledige terugtrekking in de loop van dit jaar. Japan heeft zijn missie nog helemaal niet versterkt, hoewel de regering naar verluidt van plan is de 600 Japanse hulpverleners in Irak nog een jaar te laten blijven.
De Japanners zijn tegen de missie, omdat deze de pacifistische grondwet zou schenden en Japan een doelwit voor terreuraanslagen maakt. „Ik heb het gevoel dat het dezelfde kant op gaat als de Vietnamoorlog”, zegt zakenman Yoshikazu Nagashima (57). „Japan moet zich terugtrekken uit Irak. Er is niets te halen door te blijven.”
De Australische premier John Howard zei deze week dat het onwaarschijnlijk is dat zijn land meer troepen stuurt. Er zijn momenteel 1300 Australische soldaten in en rond Irak. Polen heeft de missie van zijn 900 troepen verlengd tot eind 2007. De meeste andere landen die hun troepenmacht opdracht hebben gegeven langer in Irak te blijven, hebben daar slechts kleine aantallen soldaten. Hun bijdragen zijn vooral symbolisch. Tsjechië heeft 100 agenten in Irak, Armenië 46 man en Estland 41.
Letland heeft besloten zijn 120 soldaten in Irak te houden tot het eind van het jaar en de Litouwse soldaten blijven mogelijk tot in 2008. De meeste Denen willen echter dat hun 470 soldaten in Basra naar huis komen en ook de regering wil een deel van de soldaten terugtrekken.