Uganda koopt auto’s voor parlementariërs
KAMPALA - In het Afrikaanse land Uganda is een einde gekomen aan een beschamende ruzie tussen parlement en regering over het recht van parlementsleden op „fatsoenlijk vervoer.”
President Museveni van Uganda heeft uiteindelijk persoonlijk ingegrepen bij de ruzie tussen parlement en regering, die breed werd uitgemeten in de Ugandese pers. Hij heeft besloten dat de regering gloednieuwe, luxe vierwielaangedreven auto’s gaat kopen voor alle 333 parlementsleden.De actie gaat de Ugandese belastingbetaler tussen de 1,2 en 1,7 miljoen euro kosten voor de aanschaf van de auto’s. Daarbovenop komen de kosten voor benzine, onderhoud en 333 chauffeurs.
De ruzie begon enkele maanden geleden over het al dan niet toekennen van een gift van 11.500 euro per parlementariër om zelf te voorzien in vervoer. Daarop kwam echter zo veel kritiek van de Ugandese samenleving dat de regering begon te twijfelen. Er ontstond een impasse, die er uiteindelijk toe leidde dat het parlement met overgrote meerderheid stemde voor een motie die elk overleg in het parlement verbood zolang die niet te maken had met het ’transportprobleem’.
Alle andere problemen waarmee het land kampte, zouden dus pas worden behandeld nadat parlement en regering het met elkaar eens werden over de autokwestie. Later is de motie verzwakt, maar het gaf aan hoeveel belang parlementariërs hechtten aan een vorm van vergoeding voor hun vervoer.
Op de vraag dinsdag tijdens een persconferentie over welke auto’s de parlementariërs wilden hebben, antwoordde parlementslid en woordvoerder van het parlement Justine Lumumba: „Wij willen dat de auto’s onmiddellijk ter beschikking worden gesteld. Hoge ambtenaren rijden rond in Land Cruisers en Jeep Cherokees. Wij hebben een hogere positie en het is dus logisch dat wij duurdere auto’s krijgen.”
Vorige week spraken kerkelijke leiders tijdens nieuwjaarstoespraken hun afschuw uit over de manier waarop gekozen volksvertegenwoordigers eisten dat de regering hen zou voorzien van duur vervoer. Zij noemden de parlementsleden egoïstisch en hun gedrag onverantwoordelijk.
Parlementsleden verdedigden zich daarop door te zeggen dat kerkelijke leiders niet met twee maten moeten meten, want veel van hen zouden ook rondrijden in auto’s die door de regering ter beschikking zijn gesteld.