Het getal 20.000 dook de afgelopen dagen al op in The New York Times en werd ook genoemd door een senator die met Bush had gesproken. Nu komt het getal voor het eerst rechtstreeks van het Pentagon. Het staatshoofd zelf maakt zijn plannen vanavond (plaatselijke tijd) officieel bekend.De meeste extra manschappen gaan naar Bagdad, aldus de defensiefunctionaris; 4000 zijn bestemd voor de provincie Anbar, een bolwerk van soennitisch verzet in het westen van Irak.

Ook voorzien de laatste versies van Bush’ Irakplan erin dat Iraakse regering uiterlijk in november de verantwoordelijkheid op zich moet hebben genomen voor de veiligheid in heel Irak. Nu is Bagdad daar nog maar in drie van de achttien provincies zelf verantwoordelijk voor.

De eerste van de extra troepen zullen nog voor het einde van de maand arriveren. De troepenuitbreiding zal wel geleidelijk gebeuren. De eerste versterkingen zullen worden geleverd door de 82e luchtlandingsdivisie, waarvan de tweede brigade gestationeerd is in Koeweit. Deze kan op korte termijn worden ingezet.

Volgens een dinsdag gepubliceerde peiling in opdracht van het dagblad USA Today ziet een meerderheid van de Amerikanen het sturen van troepen niet zitten. Ruim 60 procent is tegen deze nieuwe strategie van president Bush om de oorlog in het Arabische land te winnen; 36 procent is voor.

Nog maar 26 procent van de Amerikanen keurt het Irakbeleid van Bush goed, het laagste percentage ooit. Bijna de helft van de duizend ondervraagden gelooft dat de Amerikanen hun doelen in Irak niet zullen verwezenlijken, hoeveel soldaten Washington ook inzet.

Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft geweigerd het GAO, de Algemene Rekenkamer van de VS, inzage te geven in de evaluatie van de opleiding van 323.000 Iraakse veiligheidsagenten die door de Amerikanen zijn getraind. Deze weigering „diende om de controle van het Congres te beperken inzake de vooruitgang die is geboekt in een sleutelsector van de Amerikaanse strategie.”

Dit schrijft het GAO in een dinsdag gepresenteerd rapport. Het GAO zet vraagtekens bij de „professionaliteit” van de door de Amerikanen opgeleide Irakezen. De Amerikaanse strijdkrachten in Irak vechten er nu al bijna vier jaar. Dat is net iets langer dan de Amerikanen deelnamen aan de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) van december 1941 tot augustus 1945. Het aantal Amerikaanse militairen in Irak bedraagt circa 132.000. Het aantal militaire adviseurs ligt tussen de 4000 en de 5000. Militairen uit 27 landen steunen de VS in Irak met in totaal 16.000 man.

De Iraakse strijdkrachten en veiligheidstroepen vormen op papier een kolossale bondgenoot in de strijd. Het leger van Irak zou momenteel bijna 135.000 man onder de wapenen hebben; het ministerie van Binnenlandse Zaken ook nog eens 188.000 man. Voorts zijn er naar schatting bijna 325.000 Irakezen bij gewapende diensten van de regering werkzaam zoals de politie.