Saddam vroeg Turkse hulp tegen Koerden
ANKARA (ANP/AFP) – De voormalige Iraakse dictator Saddam Hussein heeft in de jaren tachtig geprobeerd Turkije zo ver te krijgen dat het meewerkte aan een dodelijke campagne tegen de Iraakse Koerden. De Turken hebben dat aanbod echter vierkant afgewezen.
De vraag werd voorgelegd door de toenmalige Iraakse vicepresident Yassin Ramadan, vertelde de voormalige Turkse diplomaat Kandemir zaterdag in de Turkse krant Milliyet. „Wij zullen de Koerden naar het noorden drijven", kondigde de rechterhand van Saddam Hussein aan. „Als jullie ze daar aanpakken, kunnen we dit probleem voor eens en altijd oplossen", vertelde Ramadan de gezant. Kandemir stelde dat Turkije zo’n aanval grondig ontraadde en ook aankondigde dat het die publiek zou verwerpen.De Turk reageerde op een bewijsstuk dat donderdag werd gepresenteerd in de rechtszaak tegen Saddam. Die staat momenteel terecht wegens de moord op duizenden Koerden. Een commandant riep zijn militairen daarbij op om „zoals is overeengekomen" met de Turken samen te werken om de Koerden op te jagen.
Volgens Kandemir slaat de memo vermoedelijk over een veiligheidsakkoord dat Turkije en Irak begin jaren ’80 sloten. Daarbij gaven zij elkaar toestemming om elkaars grenzen over te steken, echter alleen om rebellen te achtervolgen.
Uiteindelijk begon het regime in Bagdad in 1988 ’operatie Anfal’. Het leger zou in opdracht van Saddam daarbij zo’n driehonderd Koerdische dorpen in het noorden van Irak met de grond gelijk hebben laten maken. Ook werd er gifgas ingezet tegen burgers. Het aantal doden en vermisten wordt geschat op 182.000.