„We hebben nu elke dag regen”
Hij had nog nooit een molen gezien. Toen technici er een bouwden in Rengen, Uganda, keek de al oudere man z’n ogen uit. Hij vond het een wonderlijke machine. Maar met een ernstig gezicht zegt hij: „We hebben nu elke dag regen”. De in 2004 gestarte RD-actie voor zuiver water in Afrika bracht de zegen van ’regen’ in Rengen.
De projecten liggen in Burkina Faso, Ethiopië, Uganda en Kenia. De actie bracht 435.000 euro op. Er is bijna geen project van hulpverlening dat direct en volstrekt zonder strubbelingen slaagt. Want overal zijn mensen bij betrokken. De ene keer ondeskundig, de andere keer corrupt. Maar uiteindelijk kwam het waterproject uitstekend uit de verf.Uganda
Het project in Uganda bestaat uit de aankoop en opbouw van twee grote windmolens om water op te pompen. Dat gaat via verzamelbassins niet alleen naar een aantal kranen, maar ook naar drinkbakken voor het vee. Er staat doorgaans wind in het noordoosten van Uganda. Zeker in het steppeachtig gebied van het Karamojodistrict. Dat is een van de meest verarmde en geïsoleerde gebieden in het jarenlang door burgeroorlogen geteisterde land.
De Gereformeerde Zendingsbond droeg het project aan. Als lokale partner fungeert de Ugandese Anglicaanse Kerk. Een lokaal watercomité is verantwoordelijk voor exploitatie en reparatie van de molen.
Voor dit deel van Uganda geldt een negatief reisadvies. Er is sprake van geweld. Net een paar uur voordat ik aankwam bij een watermolen werd nog iemand van het lokale watercomité neergeschoten. De ene stam rooft beesten van de andere. De theorie achter die diefstallen is opmerkelijk. Elke stam is van mening dat eenvoudig al het vee door de Almachtige of de goden aan die ene stam is geschonken. Dus, zeggen zij: „Wij stelen niet. Wij nemen alleen in bezit wat ons rechtmatig toekomt.”
De gesignaleerde onveiligheid kost tijd en geld. Om kilometers en risico’s te reduceren is de zorg sterk gedecentraliseerd. Mensen zetten zich lokaal in voor gezondheidszorg, landbouwprogramma’s, bevordering van hygiëne en onderwijs aan volwassenen. Het plaatselijk watercomité zorgt voor de molen.
De ene watermolen staat in Rengen. De machine kan per uur 7000 liter water omhoogpompen. Dat is de moeite waard. Er stond hier voorheen slechts één handpomp. Terwijl er meer dan 10.000 mensen wonen. In april van dit jaar is de molen formeel aan de gemeenschap overgedragen.
De andere molen staat in Lokitelaebu. Dit gebied is erg droog. Er is zelfs geen smerig water. Dit exemplaar pompt 4000 liter per uur omhoog. Van alle kanten komen mensen met jerrycans aan. Zelfs met een tractor halen ze water. Ze tonen er zich heel gelukkig mee en bedanken hartelijk. En ze zeggen: „Bouw er nog meer.” Maar zelf doen ze dat nog niet.
Er is een ontwikkelingsproces gaande. In de bush lopen mensen vaak nog bijkans naakt rond. In town zijn ze vaak behoorlijk en netjes gekleed. Het blijkt nodig de mensen in de ’dorpen’ ertoe aan te sporen hun verantwoordelijkheid te kennen. Ze moeten de mechaniek regelmatig oliën. Als ze dat niet doen, gaat de boel op den duur kapot. Dan zitten ze zonder water.
In een optrekje bij de molen bevindt zich de ’hoofdkraan’. Iemand van het watercomité is verantwoordelijk voor het op tijd dichtdraaien ervan. Mensen moeten een kleinigheid (in onze ogen)betalen om onbeperkt water te halen voor hun huishouden. Dat onderstreept hun verantwoordelijkheid. En daarvan financiert het watercomité het onderhoud.
De molens draaien in het droge seizoen vaak twaalf tot veertien uur per dag. In het natte seizoen minder. Dan blijkt dat mensen toch nog weer de toevlucht nemen tot verontreinigd oppervlaktewater. Dat is onrein, ze geven het toe, maar „lekkerder.” De strijd om betere gezondheid door hygiëne is nog lang niet voltooid.
De dankbaarheid voor het water is groot. Nu ze met hun dieren niet het bos in hoeven voor water, is er minder sprake van roof. Ik grijp bij m’n bezoek de kans om de noodzaak van goed onderhoud te onderstrepen. „Als de molen een ander geluid gaat maken, moet je een deskundige roepen.”
Burkina Faso
Het project in Burkina Faso voorziet in vijftien waterpompen voor drinkwater en irrigatie. Er moet eerst een put gegraven worden. Nu eens met een simpele spa. De andere keer zijn er dure, van ver komende machines nodig om een veel diepere ”borehole” te slaan. Maar het lukte. Vijftien keer.
De waterpompen vormen een onderdeel van een veel breder ontwikkelingsprogramma met voorlichting over hygiëne, gezonde voeding, infectieziektes en uitdroging. De stichting Woord en Daad diende het project in. De lokale partner in Burkina Faso heet Credo. Dat is een christelijke organisatie waarin diverse protestantse kerken participeren.
Het project is gesitueerd in het zuiden van Burkina Faso, enigszins rond de stad Léo. Lange periodes van droogte kenmerken het klimaat.
Veel dorpelingen zijn afhankelijk van drinkwater uit met de hand gegraven putten. De kans is groot dat deze in het dorre seizoen droogvallen. Bovendien zijn ze doorgaans niet beschermd door een deksel. Zo raakt het water verontreinigd door allerlei ongedierte, bijvoorbeeld kikkers. Het gevolg is dat veel mensen, vooral kinderen, na het drinken ziek worden.
Credo probeert de verspreiding van het Evangelie te stimuleren. Bij de problemen die daardoor soms ontstaan, zijn geen moslims betrokken, maar doorgaans aanhangers van traditionele godsdiensten.
Wie vanuit Ouagadougou per auto naar het gebied rond Léo rijdt, ziet af en toe een geit de weg oversteken. Enkele jaren geleden was hier geen asfaltweg. Nu wel. Het verkeer is rustig. Wellicht rijden er relatief weinig auto’s in dit land. Op m’n slaapplek is er ’s avonds anderhalf uur elektriciteit. Er zijn koude douches en malariamuggen. Verder is alles prima.
Mensen wonen in hutten van klei met grasdaken. Van asfalt is geen sprake. Het is rijden door de bush langs wat eigenlijk een voetpad is. Met aan beide zijden struiken of bosjes waar de auto nauwelijks door komt. Soms met de bodem op de blubber. En dan maar wachten totdat er sterke mannen langs komen…
In de dorpen zeg ik iets over de motivatie om te geven. „Het geld is van God. Wij geven alleen maar wat wij ook zelf kregen. Jezus Christus gaf Zichzelf voor zondaren.” Enzovoorts.
Veel mensen waarderen dat zo’n praatje zich niet alleen houdt bij materiële dingen. Hoewel ieder rekening moet houden met de gevoeligheid van moslims en traditionele godsdiensten.
In Sanga haalt de pomp water weg op 45 meter diepte. In Be’naverou gaat het welkom gepaard met traditionele dansen. Ik krijg een kalebas met water aangeboden. Maar ik drink er niet echt van, hoewel het water misschien uit de pomp komt. In Outoulou loopt het hele dorp uit voor een warm welkom. De pomp zit hier op 43 meter.
Meestal is de bevolking van de dorpen tamelijk emotioneel. Er is hier een gemeenschapscultuur. De mensen zijn geweldig enthousiast dat ze nu zuiver water hebben. Ze moesten lang wachten, omdat de auto urenlang vastzat en geen kant meer op kon.
Een vrouw zegt: „Vroeger dronken wij vaak uit een riviertje. Dan werden wij vaak ongezond of koortsig. Nu is het beter. Vooral de kinderen worden minder vaak ziek.”
Een bezoeker moet eten. Zulke gastvrijheid mag niemand weigeren. Ik heb net gedaan alsof. En wie hier weg wil, zegt dat niet. Hij vraagt de juiste weg naar zijn bestemming.
Het dorp Kankuyo gebruikt ook water voor bevloeiing van in cultuur gebrachte akkertjes. De gevers krijgen hier behalve kippen (zoals ook in de vorige dorpen) nu zelfs een geit aangeboden uit dankbaarheid. Ik vertel dat ik die niet mee kan nemen in het vliegtuig. Credo weet er raad mee. Geiten en kippen worden in de naakte zon vastgebonden op het dak.
Kenia
Het project in Kenia helpt zes gemeenschappen aan schoon water. Het project voorziet in vijf waterbronnen met handpompen. Verder zijn er in vier ’dorpen’ beschermde -dat wil zeggen: afgedekte- bronnen en waterpannen gemaakt. Ook voorziet het project in ”community training” met het oog op gebruik van water en sanitaire voorzieningen.
Plannen in het noordelijker district Marakwet zijn afgeblazen. Een nieuw project is gesitueerd in het zuidelijke deel van Kenia, in en rond het Masai Mara-reservaat.
Het Deputaatschap tot Hulpverlening in Bijzondere Noden diende de aanvragen in. De partner in Kenia is de protestantse Amerikaanse organisatie World Concern International.
Alle Masai in het gebied Mara behoren bij één stam. Maar er is wel sprake van onderscheiden clans. In godsdienstig opzicht zijn de Masai doorgaans animist. De laatste drie jaren is ook vanuit World Concern International gestimuleerd dat het Evangelie wordt gebracht. Er zijn een paar kleine kerkjes. Een aantal Masai neemt ondertussen Bijbelse namen aan.
Tijdens de rit naar plaatsen waar waterpompen zijn geplaatst, zijn forse tegenstellingen zichtbaar tussen arm en rijk. Maar de schepping oogt ondanks wat mensen ervan maken nog altijd mooi: struisvogels, gazelles, zebra’s en secretarisvogels. In het eindeloze steppegebied staat hier en daar een boom. De bodem is zanderig en er groeien veel dorens.
In Empura startte in 2004 een school. Die telt nu 136 leerlingen. Alle kinderen dragen een rood schooluniform. Het is een gekakel van jewelste. Deze schoolpopulatie gaat profiteren van het mede met RD-geld gevonden water. Dit water zit trouwens op meer dan 70 meter. Kan er een windmolen gaan functioneren?
In Narasha zitten vrouwen in het lokale watercomité. Is dat even emancipatie? Circa 1500 mensen drinken van de pomp. Mitsgaders veel vee. Ezeltjes dragen talloze jerrycans. Ik groet de mensen en wijs ze op het levende Water.
In Nkaroiwoni schrik ik van de grote, vieze plas met groezelig drab waaruit mens en beest dronk voordat de RD-pomp kwam. Wij krijgen wat levenloze herinneringen, maar ook een geit. Hoe moet ik die meenemen in het vliegtuig, vraag ik. Aan zulke onbenullige bezwaren schenken de mensen hier geen aandacht.
Ethiopië
In Ethiopië is sprake van een project in samenwerking met Dark & Light en de Ethiopische organisatie Grarbet Ledekuman. Het projectgebied heet Silti. De oogziekte trachoom kan tot onherstelbare blindheid leiden. Trachoom valt te voorkomen door goede hygiëne: handen en gezicht wassen. Vliegen moeten minder kans krijgen, door gebruik van afgedekte latrines.
Het project voorzag in de aanleg van waterputten en latrines, het trainen van watercomité’s, het beschermen van bronnen en het aanleggen van systemen voor het verzamelen van regenwater. Alles in landelijk gebied zonder asfalt. Met een chauffeur die zijn gast op wegen met grote brokken steen en diepe zandkuilen telkens laat merken hoe diep het gaspedaal kan.
In Lukifaka en in Dabubegoto plaatste Grarbet Ledekuman bij een school een watertank van 10.000 liter. In de regentijd wordt daarin het water verzameld dat van het dak af naar beneden loopt. Zo kunnen leerlingen en leraren schoon water gebruiken. Om te drinken en om zich te wassen. Bij een primitief gezondheidskliniekje staat zo’n zelfde watertank.
In Balukarizo is sprake van bronnen waarvan het water naar een aantal tappunten is geleid. Ezeltjes rijden af en aan met jerrycans. Er is hier ook een plaats waar vrouwen kleren wassen. En in Assano zie ik keurige latrines.
Er valt veel meer te vertellen. Wie zich realiseert welke verandering de RD-actie brengt in het moeilijke leven van mensen in Afrika, wordt er stil van.