Buitenland

President Filipijnen wil einde geweld

De Filipijnse president, Gloria Macapagal Arroyo, heeft de communistische rebellen maandag gevraagd zonder verder geweld constructief mee te doen aan het vredesoverleg. De regering voert al een tijd moeizaam overleg met de Communistische Partij van de Filipijnen (CPP), die vorige week door de VS samen met haar gewapende vleugel, het Nieuwe Volksleger (NPA), tot terroristische organisatie werd bestempeld.

AP
13 August 2002 11:11Gewijzigd op 13 November 2020 23:44

De Amerikaanse actie heeft geleid tot nieuwe onenigheid tussen de regering van Arroyo en de rebellen, die Manilla ervan beschuldigen een lakei van de VS te zijn omdat de president Amerikaanse eenheden heeft gevraagd om het Filipijnse leger te trainen voor een actie tegen de moslimextremisten van de beweging Abu Sayyaf.

Een kleine groep linkse demonstranten protesteerde maandag voor de Amerikaanse ambassade in Manilla. De demonstranten noemden de VS „de voornaamste terreurgroep op aarde.”

Arroyo stelde tegenover journalisten dat alle communistische bewegingen zijn toegestaan, behalve de CPP omdat die er al 34 jaar een gewapende afdeling van zo’n 12.000 leden op nahoudt. „Hopelijk komt er een einde aan de illegale activiteiten van de NPA, de gruweldaden, de overvallen en de terreurdaden nu wij nog overleg hebben”, zei de president.

De Verenigde Staten hebben de Nederlandse regering gevraagd de tegoeden te bevriezen van de Communistische Partij van de Filipijnen (CPP). Washington merkt de partij aan als een terroristische organisatie, aldus een woordvoerder van de Nederlandse ambassade in Manilla maandag tegenover het Franse persbureau AFP.

In Utrecht zouden ongeveer dertig Filipijnen in ballingschap wonen die volgens Washington topposities innemen in de CPP. Een van hen is José Maria Sison, de oprichter van de CPP. De Filipijnse regering zegt nu te hopen dat Nederland gaat optreden tegen Sison. Wel blijft zij vredesoverleg voeren met de CPP, aldus een woordvoerder maandag.

Sison zei in een verklaring: „Ik ben een erkend politiek vluchteling, ik kan Nederland niet worden uitgezet.” De CPP-oprichter is door het ministerie van Justitie erkend als politiek vluchteling. Hij heeft officieel geen politiek asiel gekregen.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag is het formele verzoek van de Amerikanen nog niet binnen. Wel hebben de VS vorige week aangekondigd Nederland te zullen vragen aansluitende maatregelen te nemen, aldus een woordvoerder. De vraag wat Nederland precies met het verzoek gaat doen, kan pas worden beantwoord als de inhoud van het verzoek bekend is.

Volgens voorzitter Alex Magno van de Filipijnse Stichting voor Economische Vrijheid heeft de CPP/NPA inmiddels tientallen miljoenen dollars ingezameld. Dat gebeurde door afpersing van vooral bedrijven buiten de grote steden, maar ook door giften van solidaire bewegingen uit Europa.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, zei vorige week dat de CPP en haar gewapende vleugel, het Nieuwe Volksleger (NPA), op de zwarte lijst staan van buitenlandse terroristische organisaties. Het NPA voert sinds 1969 een gewapende strijd en telt naar schatting 11.000 activisten. De CPP is, samen met het NPA, de 34e groepering die de VS op zijn lijst van buitenlandse terreurgroepen heeft geplaatst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer