Buitenland

Voor Roemenen heeft verleden geen prioriteit

TIMISOARA - Met de toetreding tot de Europese Unie begint voor Roemenië een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis. Maar voordat het zover is, moet het land nog afrekenen met een vorige episode: die van het communisme.

Peter van Klinken
18 December 2006 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 04:22
BOEKAREST – Een Roemeens orthodoxe non loopt langs een reclameposter van de Europese Unie. Op 1 januari wordt Roemenië officieel lid van de EU. Foto EPA
BOEKAREST – Een Roemeens orthodoxe non loopt langs een reclameposter van de Europese Unie. Op 1 januari wordt Roemenië officieel lid van de EU. Foto EPA

Vraag in Timisoara, de West-Roemeense stad waar de revolutie tegen dictator Ceausescu begon, naar het Museum ter Herinnering van de Revolutie, en vragende blikken zijn je deel. Een museum? Nooit van gehoord.Na enig speurwerk blijkt het museum in een achterafstraatje net buiten het centrum te zijn gevestigd, niet als zodanig herkenbaar. De directeur is Traian Orban, een mank lopende grijsaard, die door een schot in de knie arbeidsongeschikt raakte en vervolgens vol overgave is gaan verzamelen en onderzoeken.

De circa duizend bezoekers die per jaar langskomen, zijn voornamelijk toeristen en de oude directeur leidt ze allemaal persoonlijk rond. Roemenen komen er nauwelijks, schampert Orban. „Die interesseert het allemaal niets.”

Behalve dat hij het bescheiden museum heeft opgericht, waar het pleisterwerk van de muren valt, heeft Orban het ook voor elkaar weten te krijgen dat er in Timisoara veertien monumenten zijn neergezet.

Maar mensen zoals Orban zijn er weinig in Roemenië. Het land heeft moeite met zijn geschiedenis, constateert ook politiek socioloog Sorin Ciutacu. „We zijn niet bereid om rekenschap van ons verleden te geven”, zegt hij. „De geschiedenis heeft geen enkele prioriteit, niet bij de overheid en niet bij de burgers.”

Volgens de wetenschapper heeft dat onder meer te maken met schaamte, omdat het lang heeft geduurd voordat de Roemenen tegen het regime in opstand kwamen.

Ondanks legio verdenkingen en belastende verklaringen gaan de meeste oud-communisten nog vrijuit. Sterker nog: ze bekleden allerlei belangrijke overheidsfuncties, binnen de geheime dienst, de media en de geestelijkheid. In de chaos na de revolutie in december 1989 slaagden de communisten erin opnieuw de macht te grijpen. Onder de vlag van democratie regeerden ze, met een onderbreking van vier jaar, tot 2004.

Hierdoor konden ze de rijen gesloten houden: er werd geen belastende informatie over elkaar gelekt en de toegang tot de archieven van de geheime dienst, de Securitate, werd versperd. De liberalen en democraten die het land sinds 2004 regeren, hebben de knuppel in het hoenderhok gegooid.

Na jaren touwtrekken is er een begin gemaakt met het openbaar maken van de Securitatearchieven, en daarmee is de jacht geopend op iedereen die tijdens het communisme’fout’ was. Verder heeft president Basescu een commissie van vooraanstaande historici geformeerd, die moet gaan bewijzen dat het regime van dictator Ceausescu „crimineel” kan worden genoemd.

De regering riep verder het Instituut voor Onderzoek naar Communistische Misdaden (IOCM) in het leven, dat in kaart moet gaan brengen welke communisten moeten worden vervolgd voor misdaden. Voorzitter is de historicus Stejarel Olaru.

Zijn instituut staat voor een monsterklus. De Securitate had bijna 1 miljoen informanten, en het archief is zeer omvangrijk. „Een beerput”, noemt Olaru die archieven. „Er zal nog over heel veel publieke personen belastende informatie naar buiten komen.”

Behalve archiefonderzoek wil Olaru in de toekomst ook slachtoffers gaan horen en pleiten voor een nationaal museum over het communisme.

Het eerste dossier waar het instituut aan meewerkt, gaat over niet zomaar iemand: Ion Iliescu, twee jaar geleden nog president van Roemenië. De rechtbank bereidt tegen hem een aanklacht voor vanwege zijn rol in de bloedige revolutie va 1989. „Een terrorist”, is hij volgens IOCM-voorzitter Olaru.

Iliescu is niet het enige slachtoffer. Verschillende politieke figuren, onder wie parlementsleden, moesten de afgelopen jaren het veld ruimen nadat belastende informatie over hen was uitgelekt.

Door de huidige ’schoonmaakwoede’ begint de Roemeense bevolking ook langzaam in te zien dat er antwoorden moeten komen op de vele vragen waarmee het communisme en de revolutie nog altijd zijn omgeven en dat het verleden niet moet worden weggemoffeld.

Onlangs besloot de Heilige Synode van de Roemeens-Orthodoxe Kerk zich niet langer te verzetten tegen het openbaar maken van dossiers van geestelijken die mogelijk hebben samengewerkt met de Securitate.

De kentering komt wel laat, geeft historicus Olaru volmondig toe. Sinds de val van het communisme zijn immers bijna zeventien jaar verstreken. „Maar”, zegt de voorzitter van het onderzoeksinstituut, „het is nog niet te laat. We gaan de geschiedenis voor eens en altijd goed onderzoeken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer