Ayaan Hirsi Ali schrijft dit in een opiniestuk in de Duitse krant Die Welt naar aanleiding van de Holocaustconferentie van de Iraanse president Ahmadinejad die afgelopen week in Iran werd gehouden.Tijdens de conferentie in Iran kregen ’wetenschappers’ de gelegenheid de moord op 6 miljoen Joden door de nazi’s te ontkennen. Hirsi Ali, die inmiddels in de VS bij een conservatieve denktank werkt, is verwonderd over de (stilzwijgende) instemming van het politieke midden van de moslimwereld met de gewraakte conferentie.

„Waarom is er geen tegenconferentie in Riyad, Caïro, Lahore, Khartoem of Jakarta, waar Ahmadinejad wordt veroordeeld? Waarom doen de 57 leden van de Organisatie van de Islamitische Conferentie er het zwijgen toe? Is het antwoord wellicht even simpel als afschuwelijk: al generaties lang hebben de leiders van deze zogenaamde moslimlanden hun bevolkingen voortdurend gevoed met het soort propaganda waarmee ook generaties Duitsers zijn gevoed: dat Joden ongedierte zijn.”

Hirsi Ali prijst de westerse hulporganisaties in Afrika omdat ze hun werk hebben gedaan „zonder een agenda van haat.” Tegelijkertijd hebben deze organisaties, aldus Hirsi Ali, verzuimd zich tegen de Jodenhaat uit te spreken. Ze noemt dat een gemiste kans.

Volgens het vroegere VVD-Tweede Kamerlid kennen miljoenen moslims uitsluitend haatpropaganda tegen Joden. Zelf hoorde ze pas op haar 24e van de Holocaust, toen ze in Nederland ging studeren.