„China stopt dissidenten in inrichtingen”
China stopt dissidenten in psychiatrische ziekenhuizen op een schaal die doet herinneren aan de voormalige Sovjet-Unie. Duizenden Chinezen met een afwijkende politieke mening zitten in een inrichting
Dat staat in een rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat maandag is verschenen.
Het gaat om aanhangers van de sinds 1999 verboden religieuze beweging Falun Gong, klokkenluiders en mensen die klagen over politieke vervolging of misdragingen van overheidsdienaren. Het rapport vermeldt pijnlijke behandelingen die aanhangers van Falun Gong moesten ondergaan, zoals elektroshocks en elektrische acupunctuur.
De misbruik van de psychiatrie voor politieke doeleinden is niet zo erg als in de tijd van Mao Zedong, staat in het rapport, maar behoort nog lang niet tot het verleden. „In China stellen forensische psychiaters bij dissidenten nog steeds de diagnose ”gevaarlijk geestesziek”. Vervolgens sturen ze hen voor langdurige behandeling naar speciale psychiatrische inrichtingen.”
Ondanks de overstelpende hoeveelheid individuele gevallen die het rapport aanvoert, is het onmogelijk om de schaal waarop dissidenten als geesteszieken worden behandeld precies in kaart te brengen. Human Rights Watch schat dat de afgelopen twintig jaar zeker 3000 „politieke gevallen” voor behandeling bij de psychiater terecht zijn gekomen.
Het rapport van Human Rights Watch verschijnt vlak voor een congres van de World Psychiatric Association (WPA) in het Japanse Yokohama, eind augustus.