Londen dreigt New York te verdringen
LONDEN - Zoals een eeuw geleden immigranten massaal naar New York stroomden, is Londen met zijn bloeiende financiële markten, aantrekkelijke arbeidsmarkt en bruisende stadsleven nu het beloofde land. De aantrekkingskracht van New York daarentegen is tanende als gevolg van de stringente beperkingen die gelden sinds 11 september 2001, strenge financiële voorschriften en de bemoeizucht van het departement voor binnenlandse veiligheid, die de stad minder aantrekkelijk en zelfs enigszins provinciaal hebben gemaakt.
Tegelijk met de enorme toename van immigranten zijn de huizenprijzen omhooggeschoten en blijft de werkgelegenheid zich gunstig ontwikkelen. Wat de financiële markten betreft gaat Londen aan kop bij de wereldwijde valutahandel en steekt het New York naar de kroon als het gaat om nieuwe beursnoteringen. Ook in de kunsten loopt Londen voorop, drommen toeristen blijven komen, ondanks de terreurdreiging.De comeback van Londen begon twintig jaar geleden, toen de conservatieve premier Margaret Thatcher in 1986 haar zogeheten Big Bang doorvoerde, economische hervormingen waardoor de beurs van Londen van de ene op de andere dag werd geliberaliseerd. Ook zorgde Thatchers filosofie voor een verschuiving naar een ’klasseloze samenleving’ waarin de ijverigste en handigste vertegenwoordigers van iedere bevolkingslaag tot bloei konden komen, volgens tegenstanders vaak ten koste van de zwakkeren in de samenleving. Premier Tony Blair ging verder op de door haar uitgezette koers en voerde buitenlandervriendelijke wetgeving in waarmee Londen kon profiteren van zijn gunstige geografische ligging: de tijdzone waarin de stad ligt maakt het mogelijk deals te sluiten van New York tot Shanghai.
Hoewel de bevolking daar niet altijd even blij mee is, legt Groot-Brittannië buitenlanders geen strobreed in de weg om de grootste zakenimperia van het land, en zelfs lang gekoesterde instituties over te nemen. In de Verenigde Staten daarentegen stuiten pogingen van buitenlanders om dergelijke nationale iconen over te nemen op meer protest, zoals bij de verkoop van het Rockefeller Center in New York aan Mitsubishi Estate, eind jaren ’80. Ook lijkt in Groot-Brittannië minder economisch patriottisme te bestaan dan in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland, die de reputatie hebben dwars te liggen als buitenlandse bedrijven nationale organisaties willen overnemen.
Hoewel Groot-Brittannië zonder twijfel het meest eurosceptische land van de Europese Unie is, heeft het het beleid van open grenzen met meer enthousiasme omarmd dan enige andere lidstaat en na de uitbreiding in 2004 werknemers toegelaten uit de nieuwe lidstaten waar de meeste andere EU-landen de deur angstvallig voor hen gesloten hielden. Vorig jaar stroomden dagelijks 500 mensen Engeland binnen die zich voor een langere periode vestigden. De immigratiegolf is zo overweldigend dat de regering op de rem is gaan staan en de komst van Roemenen en Bulgaren, die volgend jaar toetreden tot de EU, probeert te beperken.
De huizenprijzen in het luxesegment van de markt zijn door de komst van de rijke kosmopolieten omhooggejaagd en liggen nu boven die van New York. Daarmee zijn ze de duurste van de wereld. Een woning in het topsegment kost momenteel rond de 1200 pond per vierkante meter (1800 euro), vergeleken met 1000 pond (1500 euro) per vierkante meter voor een vergelijkbaar optrekje in New York.
Ook de kunsten floreren. Het moderne kunstmuseum Tate Modern, dat jaarlijks zo’n 4 miljoen bezoekers trekt, staat vol met vernieuwende eigentijdse kunst, waarnaast het New Yorkse equivalent MOMA enigszins gedateerd afsteekt.
De opkomst van Londen baart velen in New York zorgen. Een groep van Amerikaanse bankiers, ondernemers, academici en investeerders, verenigd in de Commissie voor Marktregulering, bracht onlangs een rapport uit waarin ze de gestegen kosten als gevolg van de vele voorschriften bekritiseerden en aandrongen op minder bureaucratie.
Burgemeester Michael Bloomberg schreef vorige maand samen met senator Charles Schumer een stuk in de Wall Street Journal waarin ze waarschuwden dat New York zijn positie als financiële hoofdstad van de wereld verliest als de voorschriften niet worden versoepeld. „Tenzij we ons ondernemingsklimaat verbeteren, riskeren we dat New York zijn superioriteit in de wereldwijde financiële dienstensector kwijtraakt”, schreven Bloomberg en Schumer. „Dit zou verschrikkelijk zijn voor onze stad en ons land.”