„Dieven en verraders” tegenover „putschisten en Iraniërs”
BEIROET - Er is een mirakel gebeurd in Downtown, zo gaat de laatste mop in Beiroet. Het standbeeld van Riad al-Solh, de eerste premier van Libanon, heeft zijn uitgestrekte arm ingetrokken om er zijn neus meedicht te knijpen. Want zo’n meute sjiieten, begrijpt u, dat gaat stinken na tien dagen.
Eerder deed al een sms de ronde onder aanhangers van de regering: bezoek nu gratis de nieuwe Zoo op het Riadel-Solhplein. De humor in Libanon is even fijngevoelig als ’s lands politiek bedrijf. En de moppen illustreren hoe diep de kloof tussen de twee kampen is.Volgens Antoine Assy (32) valt het met die stank wel mee. „We hebben water om ons te wassen en mensen uit de buurt doen onze was voor ons.” Assy, een aanhanger van Michel Aoun, de christelijke bondgenoot van Hezbollah, kampeert al sinds vrijdag 1 december in Downtown, in een tent die een gift was van Turkije voor de ontheemden tijdens de oorlog met Israël. Dat wil zeggen: hij slaapt hier elke nacht, overdag gaat hij op en neer naar zijn werk in het noorden van Libanon. „We blijven net zolang tot de regering aftreedt”, zegt Assy, „en als het nodig is, geef ik mijn baan op en blijf ik dag en nacht hier.”
Er kan geen twijfel bestaan over het doorzettingsvermogen van de betogers van de Hezbollahcoalitie. Hezbollahleider Hassan Nasrallah had voor zondag opgeroepen tot een nieuwe massabetoging, en hoewel er niet onmiddellijk een officieel cijfer beschikbaar was, ging het mogelijk om de grootste bijeenkomst uit de Libanese geschiedenis. Maar zelfs voor de grootste betogingen neemt de animo af.
De demonstraties hebben iets van een wekelijks familie-uitje gekregen. Maar vooral: premier Siniora en zijn ministers, die sinds de moord op Industrieminister Pierre Gemayel permanent in de Grand Serail -de belegerde regeringszetel- logeren, maken geen aanstalten om op te stappen. Vandaar dat de geruchten steeds hardnekkiger worden dat Hezbollah vandaag of morgen van tactiek verandert en de zee- en luchthavens gaat blokkeren.
Een compromis is het afgelopen weekend nog onwaarschijnlijker geworden, na Siniora’s antwoord op de toespraak van Nasrallah van donderdagavond. Nasrallah had Siniora een verrader genoemd, die tijdens de oorlog actief had meegewerkt met Israël om Hezbollah uit te schakelen. Nasrallah noemde de regering-Siniora de ”regering-Feltman”, naar de Amerikaanse ambassadeur Jeffery Feltman.
Maar een moegetergde Siniora sloeg hard terug. Hij beschuldigde Nasrallah ervan dat hij een staatgreep aan het organiseren is en vroeg: „Wie heeft u benoemd tot onze rechter, die eigenhandig beslist wie een verrader is en wie een patriot?”
Waar ging het ook alweer om? Hezbollah en partners eisen een blokkeringsminderheid in een nieuwe regering van nationale eenheid - een coalitie dus met dezelfde mensen die ze nu voor ”dieven” en ”landverraders” uitschelden. Hezbollah zelf wil helemaal niet in zo’n regering zitten: het blijft liever aan de kant staan als een gewapende verzetsgroep en is er tevreden mee om zijn wil door te drukken via zijn partners in zo’n regering.
De regering-Siniora, die uit soennieten en christenen bestaat, beschouwt die eis als een verkapte staatsgreep waardoor Syrië en Iran, de voornaamste sponsors van Hezbollah, het voor het zeggen zouden krijgen in Libanon. Het geroep in de straten van Beiroet krijgt daardoor ook een internationale dimensie, want de regering-Siniora heeft de steun van Saudi-Arabië en Egypte, waar men doodsbenauwd is dat na Irak ook Libanon in de invloedssfeer van het sjiitische Iran zou vallen.
En het gaat hem in Downtown ook over de essentie van Libanon. Hezbollah en haar geestverwanten eisen nieuwe verkiezingen en een hervorming van de kieswet. Zij stellen -niet ten onterechte- dat het huidige systeem het hun onmogelijk maakt om de populaire meerderheid waarover ze zeggen te beschikken, te vertalen in een parlementaire meerderheid. Het Libanese bestel gaat immers nog altijd uit van een fifty-fiftyverhouding tussen christenen en moslims, terwijl de schattingen nu uitgaan van 35 procent christenen, 29 procent soennieten, 29 procent sjiieten en 5 procent Druzen. Niemand weet het met zekerheid: zo gevoelig ligt het thema, dat dateert van de laatste volkstelling van 1932.
Minder onduidelijkheid bestaat er over de economische kosten van alle protesten. De Virgin MegaStore, die pal op het Martelaarsplein ligt, overweegt een permanente sluiting. Het totale economisch verlies is voorlopig geraamd op 400 miljoen dollar.
En voor Mohamad Birzi, een 22-jarige soenniet, was er dit weekend nog een ander vervelend gevolg. „Ik had een afspraakje met een mooi sjiitisch meisje. Maar toen ze hoorde dat ik niet voor 100 procent achter Nasrallah sta, heeft ze afgebeld.”