„Veel hulpbronnen nadelig voor democratie”
AMSTERDAM - Congo beleefde dit jaar de eerste democratische presidentsverkiezingen in zijn bestaan. Dat is echter geen reden om tevreden achterover te leunen, aldus de Oxfordse Afrikadeskundige Paul Collier. „Ik geloof dat China over dertig jaar democratischer zal zijn dan de Democratische Republiek Congo.”
De huidige tumultueuze toestand in Congo is illustratief voor de toestand na verkiezingen in Afrikaanse landen. De rivaal weigert zijn nederlaag te erkennen, waarna zijn aanhangers woedend de straat op gaan. In Congo braken vorige week donderdag, na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag, hevige rellen uit. Aanhangers van Jean-Pierre Bemba, die met 42 procent van de stemmen verloor van de zittende president Joseph Kabila, gooiden keien naar auto’s en blokkeerden de wegen. Vlak voor de uitslag van de eerste ronde waren bij rellen al 23 mensen omgekomen.Collier, oud-directeur van het ontwikkelingsprogramma van de Wereldbank en thans hoogleraar economie en directeur van het Centrum voor Studie van Afrikaanse economieën, is er niet door verrast. „Verkiezingen houden is gemakkelijk, maar wanneer er geen controlerende instanties bestaan zoals onafhankelijke media en een rechtssysteem, stelt het niets voor. Het is een misverstand om democratie samen te laten vallen met verkiezingen.”
Geen toverformule
Democratische verkiezingen vormen geen toverformule die alle conflicten de wereld uit helpt. Collier constateert dat verkiezingen in veel ontwikkelingslanden conflicten enkel uitstellen van het jaar vóór de verkiezingen tot het jaar ná de uitslag ervan. Na de stembusgang zijn er altijd een winnaar en een verliezer. De laatste accepteert zijn verlies niet en begint zijn eigen belangen weer te verdedigen.
„Op 29 oktober ging Congo voor de tweede ronde naar de stembus. Wanneer wilde de extra internationale troepenmacht, die er vanwege de verkiezingen was, weer vertrekken?” vraagt Collier aan de zaal in de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar hij gisteravond op uitnodiging van de Society for International Development (SID) een lezing gaf. Hij geeft zelf het antwoord: „Op 30 oktober. Maar het tegenovergestelde bleek nodig. In plaats dat troepen konden vertrekken, moest er versterking komen. Verkiezingen roepen nu eenmaal conflict op.”
Collier benadrukt dat de terugkeer van volledige interne rust na een conflictperiode een zaak van lange adem is. Vredesmachten moeten wat hem betreft dan ook voor lange tijd in een land blijven. Zolang er geen economische ontwikkeling is, kan het land niet aan zichzelf worden overgelaten. „De economie is na een burgeroorlog volledig geruïneerd. Dat is de voedingsbodem voor nieuwe conflicten. Zonder economische ontwikkeling heeft een vredesmacht geen enkele zin.”
Veel Afrikaanse landen zijn na de val van de Berlijnse Muur democratisch geworden, maar dat bracht niet de rust die men ervan verwachtte. De Oxfordse hoogleraar maakt daarom onderscheid tussen het democratisch verkrijgen van de macht en het democratisch gebruik ervan. Wanneer verkiezingen ordelijk verlopen, wil dat nog niet zeggen dat de verworven macht vervolgens ook democratisch gebruikt wordt.
Hij noemt het patronagesysteem, dat ook in Congo een grote rol speelt. Heersende machthebbers die over geldelijke middelen beschikken, kunnen de bewoners gemakkelijk naar hun hand zetten. Collier geeft het voorbeeld van een politicus die een dorp aan zijn kant wil krijgen. Hij kan een school bouwen en voor een medische kliniek zorgen, wat hem veel sympathie zal opleveren. Dat kost hem als snel 50.000 dollar. Hij kan ook aanpappen met de hoogste figuur in het dorp, hem 5000 dollar geven en met hem de overeenkomst sluiten dat alle dorpelingen op hem zullen stemmen. Veel goedkoper.
Patronagesysteem
Met name in landen met veel hulpbronnen, zoals Congo, is democratie daarom een moeilijk te bereiken ideaal, betoogt Collier. Het patronagesysteem bindt de bewoners aan een politicus. Daarnaast zullen de belastingen laag zijn, of in het geheel niet bestaan, wat tot gevolg heeft dat de inwoners na eventueel onrechtmatig verlopen verkiezingen niet snel zullen protesteren. Landen met veel natuurlijke grondstoffen zijn daarom minder democratisch dan landen met weinig of geen hulpbronnen.
Collier onderstreept het grote belang van een onafhankelijke pers in ontwikkelingslanden en goed onderwijs. „De reden dat China het economisch beter doet dan de Afrikaanse landen is dat er veel beter onderwijs is. Ik durf te stellen dat China daardoor over dertig jaar democratischer is dan Congo, dat nu in tegenstelling tot China een democratie is.”
Van belang is volgens Collier ook een onafhankelijke centrale bank. „Wanneer de machthebbers niet meer ongebreideld over het geld beschikken, kunnen ze het ook niet meer misbruiken. Waar het uiteindelijk om gaat is dat de politici zich verantwoordelijk gaan voelen voor hun burgers. Ze zijn hun donorlanden geen verantwoording schuldig, maar wel hun eigen mensen.”