Geen paniek na rare rentestructuur
Een ongebruikelijke rentestructuur in Europa zorgde vorige week voor ophef onder economen. De rente voor leningen met een lange looptijd lag heel even onder die van leningen met een korte looptijd. Een veeg teken: in het verleden luidde zoiets nagenoeg altijd een recessie in. Analisten lijken vooralsnog echter niet ongerust.
Bank-verzekeraar ING meldde vorige week teleurstellende resultaten. Althans, analisten hadden op meer gerekend dan de gerealiseerde nettowinst van bijna 1,6 miljard euro in het derde kwartaal.De bankentak van ING had vooral last van een verlaging van de langetermijnrente (looptijd vanaf tien jaar). Het renteverschil tussen lang- en kortlopende leningen wordt steeds kleiner. Ook Aegon en Fortis plukten hier de afgelopen tijd de wrange vruchten van.
Banken maken onder meer winst door geld dat voor korte perioden wordt aangetrokken juist voor langere perioden uit te lenen, bijvoorbeeld in de vorm van hypotheken. Nu de marge tussen de korte en de lange rente krimpt, wordt het steeds moeilijker om via deze strategie wat te verdienen.
Vorige week zullen de bankiers zich vast even achter de oren hebben gekrabd. Voor het eerst sinds jaren dook de rente van tienjarige leningen in Duitsland een fractie onder het renteniveau van tweejarige leningen. Een ietwat vreemd situatie. Normaal gesproken staat er tegenover een langere uitleentermijn van kapitaal vanwege het hogere risico ook een hogere rentevergoeding.
Dat de lange rente onder het niveau van de korte rente duikt, is ook tamelijk zeldzaam. De laatste keer dat er in Europa sprake was van een omgekeerde of inverse rentestructuur was in de zomer van 2000, vlak voor het uiteenspatten van de telecom- en internetzeepbel.
Analisten en economen waren door het voorval direct op hun qui-vive. Niet zonder reden, want een omgekeerde rentestructuur bleek in het verleden nagenoeg altijd een voorbode te zijn van een economische neergang. Vijf van de zes recessies die de Verenigde Staten sinds 1970 hebben getroffen, werden voorafgegaan door een dergelijke rentesituatie.
Een inverse rentestructuur volgt doorgaans op een flinke reeks verhogingen van het officiële rentetarief door centrale banken. Om de inflatie te beteugelen, verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) sinds vorig jaar december de zogeheten biedrente -het rentetarief dat aan banken wordt berekend voor rood staan bij de ECB- al vijf keer met een kwartprocentpunt, afgelopen maand voor het laatst. De zogeheten biedrente bedraagt daardoor op dit moment 3,25 procent.
Met dit beleid voert de ECB de rente op kortlopende schulden op, waardoor het verschil met de lange rente kleiner wordt. De centrale bank legt zo als het ware een vloer in het gebouw van de kortetermijnrente. Wanneer de rente voor leningen met een lange looptijd om welke reden dan ook stabiliseert of daalt, ligt een inverse rentestructuur binnen handbereik.
Weinig in Europa duidt momenteel echter op een naderende recessie. De economie in de belangrijkste EU-landen trekt juist weer aan na een langdurige dip en de beurskoersen hebben de weg naar boven gevonden.
Analisten verwachten daarom in meerderheid dat het met een recessie in Europa wel los zal lopen. Volgens hen is de vlakke rentecurve vooral te wijten aan een overvloed aan kapitaal uit landen zoals China, India en Rusland.
De toenemende hoeveelheid geld dat deze landen aan buitenlandse handel verdienen, krijgen ze er op dit moment letterlijk niet op, waardoor het kapitaal in het Westen wordt uitgezet. Bijvoorbeeld door de aankoop van staatsleningen met een lange uitleentermijn. Door het toegenomen aanbod van dit ”lang geld” daalt de financiële vergoeding (de rente) hiervoor.
Heel wat anders dan een lagere langetermijnrente die te wijten is aan een stagnerende kredietvraag als gevolg van sombere economische vooruitzichten. Het laatste zou een nabije recessie waarschijnlijker maken.
Er lijkt in Europa op rentegebied dus vooral sprake te zijn van een gezond geval van vraag en aanbod.