Kirgiezen teleurgesteld in president Bakijev
BISJKEK - Ruim anderhalf jaar na de ”Tulpenrevolutie” is het in Kirgizië opnieuw onrustig. President Koermanbek Bakijev, die in maart 2005 nog de oppositie aanvoerde, krijgt nu dezelfde verwijten naar zijn hoofd als zijn voorganger, Askar Akajev.
Op 24 maart 2005 maakten tienduizenden betogers in Bisjkek een einde aan het autocratische bewind van president Akajev. Wekenlange chaos was het gevolg. Duizenden mensen trokken vanuit het zuiden naar de hoofdstad in het noorden om daar te roven en plunderen. Ook vonden talrijke moorden plaats in het schemergebied van politiek en georganiseerde misdaad.Nadat de uit het zuiden afkomstige oppositieleider Bakijev in juli 2005 met 90 procent van de stemmen tot president was gekozen, keerde de rust in de voormalige Sovjetrepubliek langzaam terug. Premier werd de tijdens de revolutie vrijgelaten Feliks Koelov, afkomstig uit het noorden van Kirgizië. Hun bondgenootschap moest ervoor zorgen dat het land niet in twee delen uiteen zou vallen.
Van de beloofde hervormingen is tot op heden niets terechtgekomen, evenmin als van een economisch herstel. Bakijev, die bij zijn aantreden een harde strijd tegen corruptie beloofde, verviel in dezelfde fout als zijn voorganger. Ook hij benoemde familieleden en vrienden op belangrijke posten. De corruptie is zo mogelijk nog groter dan onder Akajev en de invloed van de georganiseerde misdaad doet zich steeds meer gelden.
De sinds dit voorjaar groeiende politieke spanning liep half september hoog op, toen de eerder ontslagen parlementsvoorzitter Omurbek Tekebajev op het vliegveld van de Poolse hoofdstad Warschau werd betrapt met een pond heroïne in zijn bagage. Een paar dagen later kwam hij vrij. Een Poolse rechtbank was tot de conclusie dat de drugs in zijn koffer waren gestopt door mensen die hem als politicus onschadelijk wilden maken. Onder druk van het parlement in Bisjkek kon het plaatsvervangende hoofd van de geheime dienst, een broer van president Bakijev, vervolgens het veld ruimen.
De huidige onrust in het Centraal-Aziatische land dateert van 2 november, toen enkele duizenden demonstranten op het plein voor het parlement in Bisjkek onder leiding van Tekebajev bijeenkwamen om het aftreden van Bakijev te eisen. De betogers sloegen tenten op en sindsdien houden ze het plein permanent bezet.
Aanleiding voor de demonstratie vormt de niet nagekomen belofte van het staatshoofd om de grondwet te wijzigen. Voorafgaande aan de verkiezingen van juli 2005 had Bakijev beloofd bevoegdheden van de president over te hevelen naar het parlement.
De afgelopen maanden is er uitvoerig over dit onderwerp gesproken. Volgens de oppositie met succes: begin deze maand zouden parlement en president tot overeenstemming zijn gekomen. Met de invoering van een nieuwe constitutie lijkt Bakijev echter geen enkele haast te willen maken.
Om de nieuwe grondwet toch aangenomen te krijgen, belegden de afgevaardigden van de oppositie in de nacht van maandag op dinsdag een buitengewone parlementszitting. Dat was tegen het zere been van de regering, die de bijeenkomst omschreef als een poging om „op ongrondwettelijke wijze de macht te grijpen.”
De gevolgen bleven niet uit. Voorstanders van de regering raakten dinsdag in Bisjkek slaags met demonstranten die de oppositie steunen. Veiligheidstroepen moesten eraan te pas komen om de betogers met rookbommen en traangas uiteen te jagen. Vier mensen werden naar het ziekenhuis gebracht met schotwonden en twee met verschijnselen van gasvergiftiging, berichtten Russische persbureaus.
Van de 75 parlementsleden hebben er inmiddels 38 hun handtekening onder de nieuwe grondwet gezet. Volgens de oppositie is die daarmee aangenomen, hoewel de voor een grondwetswijziging vereiste tweederdemeerderheid niet is bereikt.
Daarmee kan men kanttekeningen plaatsen bij het optreden van de oppositie. Hoewel haar argumenten inhoudelijk juist zijn, bestaan er twijfels omtrent de ware bedoelingen van Tekebajev en zijn aanhangers. Critici wijzen erop dat de leiders van de oppositie zich eveneens laten leiden door economische belangen. Zo is Tekebajev eigenaar van talrijke cafés en restaurants, terwijl een geestverwant van hem een groot deel van de alcoholmarkt in Kirgizië controleert. Uiteindelijk zou het ook de oppositie alleen maar zijn te doen om de macht.
Feit is dat ruim anderhalf jaar na de Tulpenrevolutie van maart 2005 Kirgizië zich opnieuw in politiek onrustig vaarwater bevindt. Of dat uitdraait op een nieuwe revolutie, zal de komende tijd leren.