Saddam roept op tot verzoening
BAGDAD (ANP/RTR/AFP) – De Iraakse ex–dictator Saddam Hussein, die zondag tot de strop werd veroordeeld voor misdaden tegen menselijkheid, heeft de bevolking van Irak dinsdag opgeroepen tot verzoening. Hij deed dat tijdens de eerste dag van een nieuw proces tegen hem.
„Ik roep alle Irakezen, Arabieren en Koerden op te vergeven en te verzoenen in de geest van de profeet Mohammed en Jezus Christus", zei de voormalige president. Hij staat met zes anderen terecht voor zijn rol in een militaire campagne tegen de Koerden eind jaren tachtig, waarbij meer dan 180.000 mensen om het leven kwamen.De 69–jarige Saddam toonde zich dinsdag rustig en beleefd tegen de rechters van het Iraakse Hoog Strafgerechtshof in Bagdad. Zondag was hij nog in woede uitgebarsten toen de doodstraf tegen hem werd uitgesproken. Dat was in verband met de executie van 148 sjiieten na een aanslag op hem in 1982.
Een hof van beroep is intussen begonnen om de doodstraf tegen Saddam opnieuw te bekijken. Een uitspraak wordt niet voor eind dit jaar verwacht. Als het vonnis wordt gehandhaafd moet de executie binnen dertig dagen worden voltrokken.
Het is onzeker of de tweede zaak voor die tijd is voltooid. De door de sjiieten gedomineerde regering van premier Nuri al–Maliki wil dat de executie zo snel mogelijk wordt voltrokken. Maar Koerdische politici willen wachten tot de afronding van de zaak Anfal, de naam van de operatie van het Iraakse leger op Koerdische dorpen in 1988 waarbij chemische wapens werden ingezet.
Ondertussen dreigt de in 2003 verboden Baath–partij van Saddam met aanslagen op de zwaar bewaakte ’Groene Zone’ in Bagdad als hun gevangen leider wordt opgehangen. Dat maakte de partij dinsdag op haar officiële internetpagina bekend. In de zone zijn onder meer de regering, de Amerikaanse ambassade en de rechtbank waar Saddam terechtstaat gehuisvest.
Overigens kunnen voormalige leden van de Baath–partij binnenkort weer aan de slag bij de overheid. Een commissie die na de Amerikaanse invasie het openbare leven zuiverde van aanhangers van het oude regime, zal de regering aanraden om de Baathisten hun baan terug te geven.
De Opperste Nationale Raad voor Debaatificatie zei dinsdag dat het voornemen betekent dat het aantal Baathisten dat is uitgesloten van functies zal worden teruggebracht van 30.000 naar 1500. Critici klagen dat veel te veel mensen zijn ontslagen en dat de overheid daardoor in grote problemen is gekomen.
De meeste mensen die hun baan verloren waren afkomstig uit de soennitische minderheid die nu de ruggengraat van de opstand vormt. Soennitische Arabieren waren decennia aan de macht in Irak. Met de val van Saddam kwam hieraan een eind en sindsdien wordt het land bestuurd door de sjiitische meerderheid.
Ongeveer honderd ambtenaren van het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken zijn aangeklaagd wegens vermeende marteling van honderden gedetineerden in een gevangenis in het oosten van Bagdad. Dat maakte een zegsman van het ministerie dinsdag bekend. De verdachten zouden in een detentiecentrum geheten Locatie No.4 gevangenen hebben mishandeld.
De politie van het ministerie is berucht om haar gebruik van geweld. Een groot deel van de veiligheidstroepen wordt gevormd door sjiitische militieleden. Soennitische politici en mensenrechtenorganisaties beschuldigen hen er al langer van leden van de soennitische gemeenschap te vermoorden.