Richard K. aangewezen op klassenfoto
Voor stratenmaker Emiel Zanting lijdt het geen enkele twijfel: zijn voormalige collega en buurman Richard K. (27) heeft op 10 mei 1993 Andrea Luten (15) uit Ruinen omgebracht. De verdachte heeft het hem zelf verteld. „Ik zuig geen verhaal uit mijn duim”, verzekerde de kroongetuige maandag de rechtbank in Assen.
„Ik zat met mijn oren te flapperen.” Zo omschreef Zanting (22) uit Zuidwolde zijn reactie toen hij ruim twee jaar geleden naar eigen zeggen de bekentenis uit de mond van Richard K. hoorde.
De bewuste avond in 2000 ging Zanting „een pilsje pakken” bij zijn collega en buurman Richard. Die lag op de bank, kijkend naar een actiefilm. Glashelder was Richard niet meer. Hij sprak „met dubbele tong.” Zanting zelf nuttigde die avond zeven flesjes bier.
Tot zijn verbazing ging Richard zich ineens nerveus gedragen. „Hij liep door de kamer te ijsberen, zat door zijn haar te wrijven en achter zijn oren te krabben. Richard was een heel ander persoon dan de normale jongen waar je schik mee kunt hebben.” De verdachte zou hebben opgebiecht dat hij „iets had gedaan wat totaal niet de bedoeling was”, aldus Zanting. „Ik merkte aan heel zijn houding dat hij een groot probleem had.”
Daarop ging Zanting zijn buurman uithoren. „Ik begon te touwtrekken, dan wil ik weten wat er aan de hand is. Ik vroeg: Heb je soms een kat doodgeschopt? Of heb je een persoon iets aangedaan?” Ten langen leste, stelt Zanting, gaf Richard toe dat hij een meisje had gewurgd. Richard zou verliefd op Andrea zijn geweest en haar om duidelijkheid hebben gevraagd.
Zanting vroeg Richard te demonstreren wat hij precies had gedaan bij dat meisje. In reactie daarop greep Richard hem in de kamer bij zijn keel. „Ik moest me losrukken.” De verdachte zou hebben gemompeld: „Het leek wel of ze in slaap viel.” Voor Zanting was toen „heel duidelijk” dat Richard de dood van Andrea Luten op zijn geweten heeft. „Ik zag dat in zijn ogen.” Richard zou destijds hebben gezegd dat er bewijzen in een la van een kast lagen, maar dat hij die zou verbranden.
Toen Zanting aan Richard de vraag stelde: „Is het Andrea Luten?”, liep de zaak uit de hand, zo vertelde de kroongetuige maandag in een tot de nok gevulde rechtszaal. „Hij raakte helemaal geflipt. Ik voelde dat ik hem op een feit had betrapt. Hij schold me uit voor al het ongedierte van de aarde.” Richard zou Zanting letterlijk hebben toegeschreeuwd: „Er is er één en er kan nog een tweede bij.”
Verwarring ontstond maandag over het cruciale punt hoe Richard reageerde op Zantings vraag. De kroongetuige gaf ter zitting verschillende lezingen. De ene keer meldde hij dat Richard géén antwoord op zijn vraag gaf en slechts agressief reageerde, dan weer zei Zanting dat hij zich Richards antwoord niet meer kon herinneren. Uiteindelijk gaf Zanting, na een schorsing van de zaak, te kennen dat de verdachte destijds wel degelijk hardop „ja” heeft gezegd op zijn vraag.
Het gedraai van de kroongetuige was tegen het zere been van K.’s raadsman, mr. A. Moszkowicz, die Zanting het vuur na aan de schenen legde. „Voelt u zich wel goed vandaag?” vroeg de raadsman geërgerd.
Nadat Zanting die bewuste avond Richards huis verliet, belde hij meteen alarmnummer 1-1-2 om zijn verhaal te doen. De vrouw aan de andere kant van de lijn geloofde hem niet. „Ze zei dat ik liep te lallen. Ik zei: Geloof mij nou maar, ’t is gewoon zo.” Daags erna informeerde de kroongetuige ook zijn eigen ouders.
Hoewel er de weken na zijn melding geen arrestatie van Richard volgde, ondernam Zanting toch geen verdere actie. „Ik dacht dat ik mijn plicht had gedaan door 1-1-2 te bellen. Ik had mijn best gedaan en dacht dat de zaak wel verder zou rollen.” Pas op 7 mei 2002, de dag na de moord op Fortuyn, informeerde Zanting de plaatselijke politie. „Na de moord op Fortuyn moest ik het verhaal kwijt. Ik ben zelf ook slachtoffer van zinloos geweld, heb zeven keer een mes in mijn lichaam gehad. Ik dacht: De verdachte van de moord op Fortuyn zwijgt. Dat doet de verdachte van de moord op Andrea Luten ook. Daar moet ik wat aan doen.”
Diverse getuigen lieten maandag weten op 9 mei 1993 een paartje te hebben zien staan in de bossen bij Ruinen. De jongen was op de brommer, het meisje op de fiets. Op die dag is Andrea om het leven gebracht. De jongen zou gelijkenis vertonen met Richard K., het meisje met Andrea.
Opvallend was dat twee getuigen maandag ter zitting op een klassenfoto Richard aanwezen als de jongen die ze destijds in het bos zagen. „Voor honderd procent zeker”, aldus een van hen, die vorig jaar bij de politie de foto ook al had gezien en toen niemand op de plaat herkende.
De rechtbank, die tot maandagavond elf uur doorging met het horen van getuigen, zet het proces voort op 9, 12, 15, 16 en 19 augustus. K. zelf ontkent in alle toonaarden. De ouders van Andrea Luten zullen achter gesloten deuren worden gehoord. De verdachte kwam na 1993 regelmatig in het café dat de vader en moeder van Andrea runnen.