Microfinanciering lost niet alles op
AMSTERDAM (ANP) - Voor de bestrijding van de armoede zijn microkredieten niet de enige oplossing. Slechts een klein deel van de bevolking in ontwikkelingslanden wordt ermee bediend.
Financiële instellingen kunnen bij de armoedebestrijding een belangrijke rol spelen, maar ze zullen dan wel stevig in hun schoenen moeten staan en op een professionele manier moeten opereren. Op die manier kunnen meer mensen toegang krijgen tot leningen en zaken als verzekeringen en pensioenen.Dat blijkt uit een onderzoek van de Wereldbank en NFX, een organisatie waarin de Nederlandse overheid en financiële instellingen samenwerken. De bevindingen van het onderzoek werden donderdag gepresenteerd op een conferentie van NFX in Amsterdam.
Volgens de auteur van het rapport, de Nederlander Stijn Claessens, is er een duidelijk verband tussen armoedebestrijding en kredietgroei. „Als de omvang van kredieten in een land met 20 procent omhooggaat, neemt de armoede er met 5 procent af.”
De belangstelling voor microkredieten (kleine leningen van soms maar een paar tientjes) leefde vorige maand weer op door de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Muhammad Yunus uit Bangladesh. Hij wordt gezien als de grondlegger van de microkredieten en heeft daar miljoenen mensen uit zijn land mee weten te bereiken. Dat Bangladesh tot de succesverhalen behoort, komt doordat verstrekkers van microkredieten er daar een gezonde commerciele bedrijfsvoering op nahouden.
In veel landen vallen echter nog steeds miljoenen mensen buiten de boot. „Veel kredietverstrekkers opereren heel primitief en amateuristisch. In die zin is vaak sprake van weggegooid geld”, zegt Claessens. „Stel dat een boer het goed doet dankzij een microkrediet en hij wil uitbreiden, dan moet hij naar een gewone bank. Die zal niet automatisch ja zeggen. Die boer moet dan weer van onderop beginnen.”
Ook minister van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) onderstreepte het belang van de financiële sector in ontwikkelingslanden. „Mensen in ontwikkelingslanden kunnen hun geld niet veilig bewaren om zich te beschermen tegen onverwachte crises. Boeren en bedrijven kunnen hun uitbreiding niet financieren. Dat vormt een groot obstakel voor economische groei”, aldus de bewindsvrouw. Volgens haar wordt met microkredieten niet meer dan 2 procent van de bevolking in arme landen bereikt.
Een goed netwerk waarbij banken grotere lagen van de bevolking weten te bereiken is dan ook essentieel, zo blijkt uit het rapport van de Wereldbank en NFX. Daarnaast is er een belangrijke taak weggelegd voor de overheid.
In veel landen is sprake van ingewikkelde regelgeving, waardoor er geen sprake is van een goed ondernemersklimaat en banken tegen allerlei institutionele barrières aanlopen. „Om dat te veranderen is vaak wel een politieke slag nodig”, aldus Claessens. Het grote voordeel van de financiele sector is dat het relatief goedkoop is om uit te breiden. „Er hoeven geen grote investeringen te worden gedaan in scholen of bruggen.”
Op dit moment zijn ongeveer 4 miljard mensen verstoken van diensten van de financiële sector. Volgens Claessens kunnen met behulp van moderne technologie (zoals mobiel bankieren) honderden miljoenen mensen worden bereikt.
Minister van Ardenne vindt overigens dat het financiële samenwerkingsverband NFX meer als een geheel moet opereren. Naast een aantal ministeries maken diverse banken deel uit van NFX, waaronder Rabobank en ING. Van Ardenne vindt dat de banken zich te veel richten op hun eigen diensten. „Men zit te veel op het eigen stramien. Er is wel een gezamenlijke missie, maar het moet intern beter geregeld worden. Banken moeten collectiever opereren. Anders is het niet duurzaam en valt het uit elkaar. En dat wil ik niet.”