Noord- en Zuid-Korea gaan weer praten
Na een onderhandelingspauze van negen maanden gaan Noord- en Zuid-Korea weer op ministersniveau met elkaar praten. De twee landen hebben dat zondag gezamenlijk bekendgemaakt.
Het eerste directe onderhoud zal vooral om praktische vraagstukken gaan, zoals het organiseren van meer gezinsherenigingen en het doortrekken van de spoorwegverbindingen. Ook economische kwesties zullen ter sprake komen. Het straatarme Noord-Korea heeft hulp van Seoul nodig om de economie uit het slop te halen.
Bovendien heeft Noord-Korea toegezegd een delegatie atleten te sturen naar de veertiende Azië-spelen, die in september en oktober in de Zuid-Koreaanse havenstad Busan worden gehouden. Seoul zegde toe dat de Noord-Koreaanse sporters alle hulp zullen krijgen in het land. Daarnaast zal het Noord-Koreaanse voetbalteam begin september in Seoul een vriendschappelijke interland spelen tegen het team van Zuid-Korea.
De gezamenlijke verklaring volgde na drie dagen van overleg tussen hoge ambtenaren in Noord-Korea. De ministerstop zal van 12 tot 14 augustus plaatsvinden. De laatste keer dat ministers van beide landen elkaar ontmoetten, was in november. Sindsdien zijn de betrekkingen aanzienlijk verslechterd. Afgelopen januari deelde de Amerikaanse president George Bush, een belangrijke bondgenoot van Zuid-Korea, het stalinistische Noord-Korea in bij de „as van het kwaad”, omdat het massavernietigingswapens zou maken. Pas vorige week kwam het verzoeningsproces op het Koreaanse schiereiland weer op gang, nadat Pyongyang zijn verontschuldigingen had aangeboden voor een vuurgevecht op de Gele Zee, waarbij aan beide kanten doden vielen.