Buitenland

Gevangenen Guantánamo niet voor rechtbank VS

De Amerikaanse militaire basis Guantánamo op het eiland Cuba is geen Amerikaans grondgebied. Bovendien zijn de al-Qaida-aanhangers en Taliban-strijders die daar gevangen worden gehouden geen Amerikaans staatsburger. Om deze beide redenen hebben Amerikaanse rechtbanken geen bevoegdheid om claims of klachten te behandelen van deze gevangenen.

Van onze correspondent
1 August 2002 11:37Gewijzigd op 13 November 2020 23:43

Dat besliste rechter Colleen Kollar-Kotelly woensdag in een klacht van vijftien gevangenen die op de Amerikaanse basis op Cuba vastzitten. Het gaat om twaalf Koeweitse burgers, twee Britten en een Australiër. Zij dienden bij de districtsrechtbank in Washington (DC) een klacht in tegen de „onrechtmatigheid” van hun situatie.

De vijftien zeggen niet te weten waarvan zij beschuldigd worden, áls zij al ergens van beschuldigd worden. Zij hebben geen mogelijkheid om advocaten te raadplegen en er is geen enkel contact met hun familie. Dit is volgens hen in strijd met de Amerikaanse wet. Rechter Kollar-Kotelly meent echter dat het Amerikaanse recht zoals dat geldt voor Amerikaanse burgers, niet van toepassing is op de buitenlandse gevangenen die op de Amerikaanse basis worden vastgehouden.

Helemaal rechteloos zijn de gevangen volgens Kollar-Kotelly echter niet, omdat zij rechten hebben volgens het internationaal recht. De uitspraak van Kollar-Kotelly is een overwinning voor de Amerikaanse overheid, die de gevangenen op Cuba beschouwt als „vijandelijke strijders”, die niet onder het Amerikaanse rechtssysteem vallen. De vraag is dan welke rechten zij wél hebben. Enkele maanden geleden ontkende Washington zelfs dat zij onder de bepalingen van de Geneefse Conventie vielen. Die regelt de situatie van krijgsgevangenen.

Dat zijn de gevangenen op Cuba ook niet volgens Washington. „Een krijgsgevangene is iemand die in dienst van een vijandelijke overheid tegen de VS vecht. Op Cuba gaat het om terroristen die Amerikaanse burgers proberen te doden”, aldus een woordvoerster van het ministerie van Justitie.

„Deze interpretatie en de uitspraak van rechter Kollar-Kotelly zijn bijzonder zorgwekkend. Men beroept zich op enkele uitzonderlijke gevallen uit de Tweede Wereldoorlog. Maar in feite komt deze interpretatie erop neer dat de mensen die op de basis op Cuba gevangen worden gehouden, rechteloos zijn”, zo meent Barbara Olshansky, directrice van het Center for Constitutional Rights (Centrum voor Grondwettelijke Rechten) in New York.

Het centrum was betrokken bij de claims van enkele gevangenen van de groep van vijftien. De klacht werd ingediend om duidelijkheid te krijgen over de legale status van de gevangenen. „De uitspraak van Kollar-Kotelly helpt ons geen stap verder. Daarom is het waarschijnlijk het verstandigste dat wij in hoger beroep gaan”, aldus Olshansky. De Amerikaanse overheid heeft eerder gezegd dat een aantal gevangenen wat Washington betreft naar huis kan, als de thuislanden maar garanderen dat zij berecht worden. Tot nu toe is daarvan nog niet veel terechtgekomen.

President George Bush en zijn regering besloten in november vorig jaar de gevangenen in Guantánamo de rechten van een krijgsgevangene te onthouden. De advocaten van de familieleden van de gevangenen hadden gesteld dat het decreet van 13 november in strijd is met de grondwet, die verdachten -ook buitenlanders- recht geeft op een eerlijk proces en een advocaat.

De advocaten van de verwanten wezen er op dat het decreet er toe kan leiden dat de gevangenen voor een militair tribunaal worden geleid, dat de doodstraf kan eisen, zonder dat zij recht hebben op rechtsbijstand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer