Indonesiërs: Geen schuld aan aanval kerk
Vijf Indonesische militaire en politieofficieren hebben dinsdag voor een rechtbank in Jakarta verklaard onschuldig te zijn aan een bloedbad dat pro-Indonesische milities in 1999 aanrichtten bij een kerk in Oost-Timor.
Voormalig districtshoofd kolonel Herman Sedyono gaf toe dat hij aanwezig was toen militieleden op 6 september de Ave Maria-kerk in Suai aanvielen, waarbij drie priesters en 24 vluchtelingen werden gedood. Maar Sedyono zei niet van tevoren van de aanval op de hoogte zijn geweest en dat zijn orders om ermee te stoppen door de aanvallers in de wind waren geslagen.
De aanklagers eisten vorige week straffen van tien en tien en een half jaar tegen de verdachten, die zijn beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid. De maximumstraf is de doodstraf. Een van de verdedigers, de advocaat Erman Umar, vroeg vrijspraak omdat de aanklagers niet zouden hebben bewezen dat de verdachten bij de aanval betrokken waren. De uitspraak wordt volgende maand verwacht.
Pro-Indonesische groepen hebben in Oost-Timor op grote schaal vernielingen aangericht en bijna duizend mensen vermoord nadat de overgrote meerderheid van de bevolking zich in augustus 1999 in een door de VN georganiseerd referendum had uitgesproken voor onafhankelijkheid.
Oost-Timor mag nog geen lid worden van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (Asean). Dat besloten de ministers van Buitenlandse Zaken van de tien lidstaten dinsdag in Brunei, waar zij bijeen zijn voor de Asean-veiligheidstop.
Volgens functionarissen die bij de gesprekken aanwezig waren is de overheersende opinie dat Oost-Timor wel degelijk tot de regio behoort en te zijner tijd ongetwijfeld zal aanschuiven. Voorlopig zal Oost-Timor het echter moeten doen met de status van waarnemer.
Oost-Timor, dat in mei dit jaar onafhankelijk werd, stelde zich enigszins ambivalent op over toetreding tot de associatie. De Oost-Timorezen zijn niet vergeten dat de Asean zich in 1976 bij de inval van Indonesië afzijdig hield en ook later weinig protesten liet horen bij de onderdrukking door Jakarta.