De provincie houdt dat tegen en daarover beklaagde raadsman H. H. van Steijn zich dinsdag namens de bedrijfsleiding bij de Raad van State. Hij vroeg het rechtscollege het door de provincie uitgevaardigde sluitingsbevel te schorsen.

De provincie liet TNO naar de oorzaak van de ramp speuren. Inmiddels heeft het provinciebestuur een voorlopig TNO-rapport in handen. Over de openbaarmaking daarvan gaat het openbaar ministerie, omdat er een onderzoekt loopt of Hamstra strafbare feiten heeft gepleegd. De afgelopen dagen konden de medewerkers van de provincie geen contact krijgen met de verantwoordelijke figuur van het openbaar ministerie en daarom bleef de inhoud van het TNO-rapport dinsdag in nevelen gehuld.

Uit verhalen van een TNO-medewerker en betrokkenen van het bedrijf ontstond dinsdag toch een globale schets van wat er zich op 4 juli afspeelde. Twee medewerkers (een externe en iemand van het bedrijf zelf) wilden een peilmechanisme plaatsen op een silo, waarin vetresten waren opgeslagen. Boven het vet is gas ontstaan. Het vermoeden bestaat dat het gas door de vonken van de slijptol of de boormachine van de werklieden is ontploft. De 2000 kilo wegende daken van de silo’s kwamen in stukken in de omgeving terecht. De twee werklieden werden weggeslingerd en kwamen om het leven.

„Uit piëteitsoverwegingen ten opzichte van de slachtoffers is het bedrijf een aantal dagen dicht geweest. Nu de oorzaak in kaart is gebracht, acht Hamstra de tijd rijp voor een beperkte doorstart”, vertelde advocaat Van Steijn in Den Haag. Hij meldde dat het bedrijf zelf ook adviseurs (van Gastec en Linde KCA Dresden GmbH) aantrok om de ramp te onderzoeken. Die hebben aanbevelingen gedaan om nieuwe explosies te voorkomen. De aanbevelingen zijn inmiddels uitgevoerd. Nu zou er volledig veilig geproduceerd kunnen worden.

„Hamstra lijdt als gevolg van de totale stillegging van de inrichting een aanzienlijke schade. Zij poogt deze schade te beperken door te pleiten voor een doorstart onder strikte voorwaarden”, betoogde raadsman Van Steijn. Hij meldde overigens ook dat iedereen bij Hamstra nog zeer aangeslagen is door de tragische gebeurtenissen en dat er over de doorstart overleg is geweest met de nabestaanden van de slachtoffers.

De woordvoerster namens het provinciebestuur, M. de Jonge, erkende dat de oorzaak van de ramp grotendeels bekend is. Over de medewerking van Hamstra de voorbije weken was zij goed te spreken. Volgens De Jonge moet TNO echter nog een aantal nadere berekeningen uitvoeren alvorens er conclusies over de ramp getrokken kunnen worden. Daarom vindt de provincie het nog te vroeg om Hamstra weer te laten produceren, ook al zou dat in beperkte mate zijn.

Over enkele weken blijkt wat de Raad van State er van vindt.