In een dinsdag verschenen rapport stelt de commissie dat Alkatiri de ministers hun gang liet gaan, terwijl hij wist dat ze wapens van de onder hun verantwoordelijkheid vallende veiligheidsdiensten uitdeelden aan burgers. De commissie dringt aan op nader onderzoek om te bepalen of Alkatiri en de twee ministers daarvoor strafrechtelijk moeten worden vervolgd.In Oost-Timor brak in april en mei chaos uit nadat Alkatiri 600 militairen had ontslagen. Het conflict spleet de strijdkrachten en mondde uit in een bendeoorlog die minstens dertig mensen het leven kostte en 150.000 mensen uit hun huizen deed vluchten. Pas met de komst van buitenlandse vredestroepen en de installatie van een nieuwe regering keerde de rust weer, ofschoon zich nog steeds sporadisch geweld voordoet.

Volgens het rapport dat aan het parlement is gepresenteerd, schiepen minister van Binnenlandse Zaken Rogerio Lobato en minister van Defensie Roque Rodrigues een potentieel gevaarlijke situatie door wapens uit te delen aan burgers. „Zij moeten verantwoordelijk worden gehouden”, terwijl tientallen leden van de strijdkrachten voor de moorden vervolgd zouden moeten worden. De strafprocessen zouden onder toezicht van buitenlandse rechters en onderzoekers gevoerd moeten worden om te verzekeren dat ze veilig en eerlijk verlopen.

Alkatiri wilde niet onmiddellijk op de bevindingen van de commissie reageren. Zijn politieke tegenstanders, president Xanana Gusmao en premier José Ramos-Horta, riepen in een gezamenlijke verklaring op tot „rijpheid en redelijkheid”, om de animositeit in de bevolking tot bedaren te brengen.

Waarnemers vrezen dat de bevindingen van de commissie en de politieke rivaliteit voor de algemene verkiezingen van mei volgend jaar tot nieuw geweld kunnen leiden. Kantoren van de Verenigde Naties in Dili kregen extra bewaking, maar incidenten zijn tot nog toe uitgebleven