Rekenkamer: JSF wellicht fors duurder
DEN HAAG - De kosten voor de ontwikkeling van het gevechtsvliegtuig JSF kunnen volgens de Algemene Rekenkamer fors duurder uitvallen. Het kabinet heeft „risicobeperkende maatregelen” genomen om kostenoverschrijdingen bij het ontwikkelen van de JSF te voorkomen.
Nederland moet binnen enkele jaren de F-16 vervangen. Ons land neemt deel aan de ontwikkeling van een nieuw Amerikaans gevechtsvliegtuig. De Rekenkamer wees er woensdagochtend in een presentatie in de Tweede Kamer op dat 65 procent van de testfase van dit toestel nog moet worden uitgevoerd. De ontwikkelingskosten van het gevechtsvliegtuig zijn sinds 1996 met 80 procent gestegen. Inzicht in mogelijke verdere kostenontwikkeling ontbreekt. Het is onmogelijk om de kostprijs van het toestel te berekenen.In 1999 heeft Defensie berekend dat het JSF-project Nederland minimaal 4,5 miljard euro zou kosten bij aanschaf van 114 vliegtuigen. De laatste berekeningen komen uit op 14,6 miljard euro voor afname van 85 toestellen, tijdens de levensduur van dertig jaar. Dit bedrag is daarmee drie keer hoger voor dertig toestellen minder.
De Rekenkamer doet in het rapport geen uitspraken over wel of niet doorgaan met de JSF. Daarover moet de Tweede Kamer beslissen. Het kabinet erkent dat er risico’s aan zo’n miljardenproject kleven, maar benadrukt dat kostenstijgingen in de ontwikkelfase voor rekening van de VS zijn en niet worden doorberekend aan de deelnemende landen.
Volgens de Rekenkamer kan de informatievoorziening aan de Tweede Kamer beter. De politiek moet echter zelf ook aangeven welke informatie zij wil. Voor informatie zijn Nederland en de andere zeven landen die aan het JSF-project meedoen, afhankelijk van de Amerikanen. De VS zijn niet scheutig met informatie.
Nederland draagt zo’n 800 miljoen dollar bij aan de ontwikkeling van de JSF. De Nederlandse luchtvaartindustrie heeft -volgens de Rekenkamer- voor 310 miljoen dollar aan Amerikaanse JSF-orders gekregen. Dat is veel minder dan de ongeveer 800 miljoen dollar dan verwacht. De Nederlandse luchtvaartindustrie meldde gisteren echter al voor 700 miljoen dollar aan Amerikaanse orders te hebben binnengekregen. Het kabinet bevestigde dit cijfer woensdagmorgen.
De Nederlandse deelname aan JSF kent zeker risico’s, erkent Tom Burbage van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed Martin. Volgens de general manager van JSF bepalen de afnemers echter zelf welk risico zij aanvaardbaar vinden. „Tot nu toe hebben we ons in de ontwikkeling van het toestel strikt gehouden aan de eisen die eraan gesteld zijn door de toekomstige klanten.”
Het overkoepelend orgaan van de Nederlandse defensie-industrie, NIID, zegt dat de financiële risico’s te overzien zijn. Directeur C. van Vliet gaat ervan uit dat de toestellen rond de 40 miljoen euro per stuk gaan kosten. „In de stuksprijs is een plafond ingebouwd. Overschrijdingen zijn dus aan een maximum gebonden.”