Irak trainingskamp voor extremisten
NEW YORK - De oorlog in Irak fungeert als „trainingskamp” voor het extremistische verzet in Afghanistan. Dat is de conclusie van een rapport van deskundigen op het gebied van terreurbestrijding dat werd opgesteld in opdracht van de VN-Veiligheidsraad. Een tweede VN-rapport vraagt aandacht voor de „wijdverbreide schending van mensenrechten” in Irak.
„Nieuwe bomtypen die in Irak worden uitgeprobeerd, duiken een maand later al op in Afghanistan”, aldus het eerste rapport, dat zegt dat de terreurorganisatie al-Qaida een cruciale rol speelt in de „kennisoverdracht” van dit soort terreurmiddelen. Al-Qaida speelt volgens dit rapport een „centrale rol” in het gewapend verzet in Irak en gebruikt de ervaringen die daar worden opgedaan zelf of in samenwerking met de opgeleefde talibanbeweging in Afghanistan tegen het regime van president Karzai en de internationale troepen daar.Het VN-rapport sluit verder aan bij de analyse van Amerikaanse inlichtingendiensten die eerder constateerden dat de oorlog in Irak een van de belangrijke factoren is die het antiwesterse moslimextremisme inspireren. De Amerikaanse aanwezigheid in Irak is volgens sommige inlichtingenbronnen eerder oorzaak van de problemen dan de oplossing daarvan. Die conclusie wordt ondersteund door een opiniepeiling in Irak die werd uitgevoerd in opdracht van de universiteit van Maryland in Baltimore.
Volgens dit onderzoek steunt 60 procent van de Irakezen gewapende aanvallen op Amerikaanse militairen in Irak. De steun onder de ondervraagden voor dit soort aanvallen verschilt weinig of het nu om soennieten of om sjiieten gaat. De helft van de ondervraagden is van mening dat de Amerikanen in Irak meer geweld veroorzaken dan dat zij geweld voorkomen. Twee derde van de ondervraagden zou de Amerikanen binnen een jaar willen zien vertrekken. Volgens een opiniepeiling van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington is zelfs driekwart van de Irakezen voorstander van een spoedig vertrek van de Amerikanen.
Het tweede VN-rapport, samengesteld door de VN-missie in Irak, vestigt de aandacht op de brede schaal waarop in Irak mensenrechten worden geschonden. Er is volgens dit rapport sprake van een „ernstige ondermijning van orde en recht”, waardoor „de basis van de samenleving wordt ondermijnd.” Gewapende milities die moorden in naam van de verschillende facties spelen een belangrijke rol in dit proces. Een proces dat het dagelijks leven in Irak „bijzonder gevaarlijk” maakt, „in het bijzonder voor vrouwen” omdat hun bewegingsvrijheid onder de islamitische regelgeving zeer beperkt is.
De situatie is zo dramatisch, dat er weinig nodig is om Irak te laten afglijden in een burgeroorlog, aldus de Amerikaanse generaal Peter Chiarelli, de op een na hoogste Amerikaanse vertegenwoordiger in Bagdad. Chiarelli liet dit gisteren weten in een gesprek met journalisten. „Als wij er niet in slagen om de activiteiten van de gewapende milities in Irak te beëindigen, ziet het er zorgelijk uit”, aldus Chiarelli.
De huidige Iraakse regering moet volgens hem dringend iets ondernemen „om te voorkomen dat er een complete burgeroorlog uitbreekt.” Deze sombere prognose van Chiarelli verschilt beduidend van het officiële optimisme over de oorlog in Irak dat gewoonlijk door Washington wordt verbreid.