De schade aan gebouwen in het zuiden van Limburg bleef beperkt tot schuren in de muren en enkele kapotte schoorstenen. In het Redemptoristen-klooster in Wittem ontstond een grote scheur, net als in het kasteel Baexem. In de abdijkerk Rolduc in Kerkrade raakten monumentale schilderingen beschadigd. In Vaals viel een orgelpijp in de protestantse kerk om en werden twee geëxposeerde vazen in museum De Kopermolen vernield.

Inmiddels hebben zich in Limburg 479 mensen gemeld die schade hebben als gevolg van de aardbeving. Maar Limburgs gouverneur baron van Voorst tot Voorst heeft vrijdag aan alle Limburgse gemeenten laten weten dat er geen schadevergoeding zal worden uitgekeerd aan de melders. Alleen als er sprake is van een ramp kunnen mensen schadevergoeding krijgen, en dat is nu niet het geval, aldus de gouverneur.

Ook vanuit de regio Purmerend en uit de kop van Overijssel kwamen rapportages over schade binnen. „Ook al was er slechts sprake van een gebroken kopje”, aldus een mededeling van het KNMI in De Bilt.

Het epicentrum van de beving, die een kracht had van 4,9 op de schaal van Richter en werd gevolgd door dertien naschokken, lag 15 kilometer ten oosten van Kerkrade. In de omgeving van de Duitse plaats Alsdorf werden dit jaar al drie lichtere bevingen geregistreerd. De beving van maandag 22 juli was de zwaarste sinds 13 april 1992, toen bij Roermond een trilling met een kracht van 5,8 op de schaal van Richter werd gemeten.