Jongeren wachten te lang op hulp
UTRECHT - Jongeren met opgroei- en opvoedproblemen wachten onnodig lang op psychische hulp. De oorzaak is slechte samenwerking tussen de Bureaus Jeugdzorg en de geestelijke gezondheidzorg voor jeugdigen (jeugd-ggz).
In 17 procent van gevallen is de communicatie tussen de instellingen „dramatisch” slecht. Dat staat in een onderzoek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie jeugdzorg maandag tijdens een symposium in Utrecht presenteerden.Op grond van de Wet op de jeugdzorg moet elk kind dat psychische hulp nodig heeft via een van de Bureaus Jeugdzorg een doorverwijzing krijgen naar de jeugd-ggz. De Bureaus Jeugdzorg moeten formeel vaststellen dat de jongere hulp nodig heeft. Als de cliënt vervolgens naar de jeugd-ggz gaat, volgt meestal nog een gesprek met een psycholoog die daar werkzaam is. Hierdoor krijgt de jongere minder snel de noodzakelijke begeleiding dan gewenst en in de Wet op de jeugdzorg staat voorgeschreven.
In de provincie Gelderland verloopt de hulpverlening soms sneller. Dat komt omdat de huisartsen jongeren zelf doorverwijzen naar de jeugd-ggz. Maar volgens de regels mag dat alleen in crisisgevallen.
Verder staat in het onderzoek dat de jeugd-ggz en de Bureaus Jeugdzorg nergens duidelijke afspraken maken over wie het overzicht en de controle houdt op de behandeling van een kind. Formeel moeten de Bureaus Jeugdzorg daartoe het initiatief nemen.
Ook de uitwisseling van gegevens tussen beide zorginstellingen is onder de maat. Psychologen en psychiaters moeten altijd aan de Bureaus Jeugdzorg verantwoording afleggen voor de behandelingen. Veel hulpverleners weigeren dat. Ze zien het nut van de informatie-uitwisseling niet in.
In een eerste reactie erkent de brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg dat de samenwerking niet optimaal is, maar er is volgens de organisatie in de periode 2002 tot 2005 wel een duidelijke verbetering opgetreden van „gescheiden werelden naar een positief ervaren samenwerking op de werkvloer.”
Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid benadrukt in een brief over dit onderwerp aan de Kamer dat de samenwerking inderdaad is verbeterd. Ze verwacht dat de invoering van de richtlijn ”Indicatiestelling jeugdigen met psychiatrische problematiek” de samenwerking verder zal verbeteren. De richtlijn zal een dezer dagen beschikbaar komen.