Een van die twee journalisten was Robert Novak, die Plame’s CIA-betrekkingen later onthulde in een column over haar man, Joseph Wilson.Oud-ambassadeur Wilson was door de inlichtingendienst CIA naar Afrika gestuurd om Washingtons claim te onderzoeken dat Saddam Hussein in Niger had geprobeerd uranium te kopen voor de productie van kernwapens.

Het verhaal bleek van geen kant te kloppen, maar de regering-Bush bleef de beschuldiging herhalen om militair optreden tegen Irak te rechtvaardigen. Daarover schreef Wilson in The New York Times een kritisch commentaar.

Kort daarop verscheen Novaks column, waarin Plame’s werk als undercoveragente van de CIA werd onthuld. Via Plame zou Wilson zijn CIA-opdracht hebben gekregen. Het onthullen van de identiteit van een undercoveragent(e) is in de VS verboden. De kwestie leidde onmiddellijk tot controverses en beschuldigingen van Wilson en zijn aanhangers dat de regering-Bush „wraak” op hem wilde nemen vanwege zijn kritische commentaar en daarom Plame’s identiteit had onthuld.

Onafhankelijk onderzoeksrechter Patrick Fitzgerald kreeg opdracht om de zaak te onderzoeken. In het kader van dit onderzoek werd adviseur Lewis Libby van vicepresident Cheney beschuldigd van „ondermijning van de rechtsgang.” Hij zal in januari terechtstaan. Armitage, toen nog plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken onder Colin Powell, werd ook door Fitzgerald ondervraagd. Hij vertelde dat hij met columnist Novak en met Bob Woodward (Washington Post) „terloops” over Plame had gesproken.

Nadat verschillende kranten Armitage in de afgelopen dagen aanwezen als (eerste) bron van het verhaal over Plame, hief Fitzgerald de vertrouwelijkheid op waartoe Armitage in het kader van Fitzgeralds onderzoek verplicht was. Donderdag gaf Armitage toe dat hij Plame’s identiteit had onthuld. „Dat was erg dom van mij, maar ik wist werkelijk niet dat zij undercover werkte. Trouwens, zij werd openlijk als CIA-medewerkster genoemd in een memorandum van ons ministerie. Hoe dan ook, ik bied alle partijen mijn welgemeende verontschuldigingen aan”, aldus Armitage.