Merkel wil christelijk geluid in EU-grondwet
BRUSSEL - Het debat leek definitief gesloten, maar uitlatingen van de Duitse bondskanselier Merkel duiden erop dat in ieder geval zij de discussie over een verwijzing in een Europese grondwet naar het christelijke gedachtegoed wil heropenen.
De kabinetschef van onze oosterburen, leider van de christendemocratische CDU, bracht begin deze week een bezoek aan paus Benedictus XVI. Zij spraken onder andere over de ontwikkelingen binnen de EU.Tegenover de Britse krant The Guardian rapporteerde zij verder in dit verband: „Ik heb de noodzaak benadrukt van een gemeenschappelijke constitutie en dat die moet refereren aan onze christelijke waarden.” Dit laatste beschouwt zij als een „essentieel element”, gelet op de „onmiskenbare invloed” van het christendom in de historie van Europa.
De Unie verkeert wat betreft de pogingen om te komen tot het beoogde nieuwe verdrag in een windstilte. Formeel heet het een reflectieperiode. Die is ingelast nadat in de lente van 2005 bij de referenda in Frankrijk en Nederland de bevolking daar een afwijzend oordeel velde over het aanvankelijke ontwerp. Afgelopen juni hebben de regeringsaanvoerders de bezinningsfase met twaalf maanden verlengd. Noodgedwongen, want er gloort aan de horizon nog niets van overeenstemming over de inhoudelijke kant van het project.
Het nu geldende tijdpad voorziet erin dat volgend voorjaar dan toch een aanzet wordt gegeven om het gestrande schip vlot te trekken. Daarbij ligt voor Merkel, die met haar optreden inmiddels het nodige krediet heeft opgebouwd, een sleutelrol in het verschiet. Zij bekleedt in de eerste helft van 2007 namelijk het roulerend voorzitterschap van de EU en daarmee rust op haar de taak concrete initiatieven te ontplooien.
Tegen die achtergrond is het niet onbelangrijk dat zij zich openlijk schaart achter het pleidooi van het Vaticaan voor een expliciete erkenning van het christelijk erfgoed in het document dat straks fungeert als grondwet.
Bij de onderhandelingen over het verworpen concept, eerst binnen de conventie en daarna tussen de regeringen, hebben voorstellen voor een zinsnede in de preambule over de joods-christelijke traditie waarop de Unie is gestoeld, het niet gehaald.
Verzet kwam er vooral van de Fransen, die elke schijn van aantasting van het beginsel van een strikt seculiere overheid verfoeien. Voorts leeft hier en daar de vrees dat het vermelden van de betekenis van het christendom slecht zal uitpakken voor de relatie met de moslims op ons continent en met kandidaat-lid Turkije.
Wat rest in de oorspronkelijke tekst is artikel 52. Daarin wordt geregeld dat Brussel „een open, transparante en regelmatige dialoog” voert met de kerken, evenals trouwens met andere godsdiensten en met levensbeschouwelijke organisaties van niet-confessionele signatuur.
De huidige Europese Commissie heeft reeds enkele ontmoetingen gearrangeerd met hoge functionarissen van de rooms-katholieke, protestantse, joodse, anglicaanse, orthodoxe en islamitische gemeenschappen om met elkaar van gedachten te wisselen over thema’s als vrede en bescherming van zwakkeren.
Ook dat vindt niet iedereen positief. Europarlementariër In ’t Veld van D66 uitte de laatste keer, eind mei, onomwonden haar kritiek op zulke „onderonsjes” en op de „innige banden” van voorzitter Barroso met religieuze leiders.
Niet helemaal duidelijk is ondertussen wat Merkel precies voor ogen staat. Gaat zij inderdaad de inhoud van het voorwoord bij de constitutie opnieuw aan de orde stellen? Of bedoelt zij hetzelfde als wat een vertegenwoordiger van de Conferentie van Europese Kerken enkele maanden geleden naar voren bracht tijdens een hoorzitting van het Europees Parlement? Die bepleitte grotere aandacht voor onderwerpen als sociaal beleid, armoedebestrijding en integratie van minderheden, vanuit de overtuiging dat mensen meer zijn dan producent en consument en dat de EU meer dient te omvatten dan markt en euro.
De vertegenwoordiger zweeg, ook na te zijn uitgedaagd tot een heldere stellingname, over het opnemen van een passage met een herinnering aan de christelijke wortels van Europa. Op dat punt, zo zij het al aan de Unie voorlegt, hoeft Merkel dus zelfs vanuit religieuze kringen niet op vanzelfsprekende steun te rekenen. Veelzeggend was tijdens genoemde bijeenkomst in het EP dat alleen een afgevaardigde van de rooms-katholieke bisschoppen desgevraagd meedeelde dat de kwestie voor hem en voor zijn kerk nog voluit op de agenda prijkt.