Woedende aanhangers van Bugti gooiden in de provinciehoofdstad Quetta granaten naar politietroepen en staken tientallen winkels, twee banken en drie restaurants in brand. In de steden Khuzdar, Turbat en Gawadara vonden soortgelijke taferelen plaats. In de stad Hub kwamen bij een bomaanslag op een drukbezocht restaurant vier mensen om het leven.Ook elders in Pakistan was het onrustig. In Lahore raakten bij een bomexplosie vier mensen gewond. In Karachi werden zestig mensen opgepakt, waardoor het totaal aantal arrestanten sinds zaterdag opliep tot zeshonderd.

Meer dan tienduizend mensen woonden in Quetta een emotionele rouwdienst bij voor Bugti, wiens lichaam nog niet kon worden geborgen. Het leger zegt er zeker van te zijn dat de 79–jarige bij de instorting van de grot in Kohlu, ongeveer 220 kilometer ten oosten van Quetta, is omgekomen.

Bugti was een voormalig provinciaal gouverneur en prominent militieleider. Hij leidde een niet zelden gewelddadige campagne voor meer autonomie voor Baluchistan en een groter aandeel in de gas– en olieopbrengen uit het gebied, de armste regio in Pakistan. Hij dook eind vorig jaar in Kohlu onder nadat de Pakistaanse president generaal Pervez Musharraf tijdens een bezoek aan Kohlu ternauwernood aan een aanslag was ontsnapt.

Het leger blijft volhouden dat het niet zeker is dat de grot is ingestort door het offensief. Allen die het konden weten zijn begraven, zei legerwoorvoerder generaal–majoor Shaukat Sultan. ‘Het kan een landmijnincident geweest zijn, een andere explosie, een brand van binnenuit.’

De regering van Baluchistan verbood voor twee maanden het dragen van vuurwapens en andere dodelijke wapens in de provincie. Baluchistan grenst aan Afghanistan en Iran en veel clanleden dragen er traditioneel wapens. De provincie heeft decennia van conflicten en strijd achter de rug. Bugti’s militie voerde een guerrilla–achtige strijd tegen de centrale regering in Islamabad, die met de vestiging van garnizoenen probeert de regeringscontrole over het gebied uit te breiden.

Leden van een concurrerende militie, de Marri–clan, besloten dinsdag hun wapens in Kohlu in te leveren. Het leger zei dat het ging om 1.500 clanleden, maar een plaatselijke beambte hield het op vierhonderd.