Tientallen doden door explosie bij olieleiding
DIWANIYA – Zeker 74 personen zijn om het leven gekomen door een explosie in de buurt van de Iraakse stad Diwaniya, in het zuiden van Irak. Ongeveer negentig mensen raakten gewond. Dat heeft een gezondheidsfunctionaris dinsdag laten weten.
De slachtoffers van de ontploffing, die maandagavond laat gebeurde, zijn mensen die olie aan het verzamelen waren uit plassen bij een breuk in een niet meer gebruikte oliepijpleiding. Wat de oorzaak van de explosie is, is nog onbekend.De bevolking van het olierijke Irak heeft een gebrek aan brandstof. Veel Irakezen doen van alles om aan olie te komen en de smokkel van olieproducten bloeit.
De pijpleiding was oorspronkelijk bedoeld voor het transport van gas van een olieveld in Basra naar de elektriciteitscentrale van Musayyib. In 2003 nam de toenmalige president Saddam Hussein hem echter in gebruik voor de opslag van dieselolie voor het leger, zei een politiewoordvoerder. Na de val van Saddams regime maakten bewoners een gat in de leiding om brandstof te kunnen aftappen. Het tien kilometer noordelijker gelegen Diwaniyah was maandag het toneel van felle strijd tussen Iraakse strijdkrachten en het Mahdi Leger, de militie van de sjiitische krijgsheer Muqtada al–Sadr. Dinsdag trokken de zwaarbewapende militieleden zich terug en kon het regeringsleger de stad binnentrekken.
Bij de strijd van maandag zijn volgens de Iraakse regering 73 doden gevallen, onder wie 23 soldaten. Er kwam pas een eind aan het geweld nadat de gouverneur met acht leden van de provinciale raad naar Najaf was getogen om te praten met Al–Sadr, die van huis uit geestelijke is en in deze heilige stad woont.
Een politiewoordvoerder meldde dat het leven er dinsdag weer normaal was, dat de winkels open waren en dat overal soldaten een politieagenten waren gestationeerd. Hij zei dat de stammen die leden hadden verloren in de strijd verzoeningsgesprekken hadden gehouden om vergeldingsacties te voorkomen.
In Baqouba, een soennitische stad op zestig kilometer ten noordoosten van Bagdad, ontploften twee raketgranaten en een bom bij een kantoor van Al–Sadr. Twee bewakers vonden de dood en het gebouw werd met de grond gelijk gemaakt.
In Bagdad vond de politie de lijken van 24 personen die kennelijk waren gemarteld alvorens te worden doodgeschoten en gedumpt. Elf aan handen en voeten gebonden lijken werden gevonden bij een school in de overwegend sjiitische wijk Maalif in Zuid–Bagdad. Later werden nog dertien lijken gevonden achter een sjiitische moskee in de westelijke wijk Turath.
Het Amerikaanse leger maakte bekend dat zondag negen van zijn militairen zijn gesneuveld – acht in Bagdad en een in de provincie Anbar. Een tiende Amerikaanse militair overleed maandag aan verwondingen die hij had opgelopen bij een verkeersongeluk in Balad, ten noorden van Bagdad.
Het leger maakte ook bekend dat Amerikaanse soldaten een wapenvoorraad hebben ontdekt in een school in de wijk Dora van Bagdad en dat een andere legereenheid heeft geholpen twee ontvoerde Irakezen te bevrijden in Azamiyah, een soennitische wijk in het oosten van Bagdad.
De Amerikaanse minister van Justitie Alberto Gonzales arriveerde dinsdag in Bagdad voor een kort bezoek. Hij zou onder andere het tribunaal bezoeken waar Saddam Hussein momenteel terechtstaat voor gifgasaanvallen op Koerdische dorpen. Gonzales was degene die president George Bush in 2002 de suggestie deed om wetgeving tegen martelen en internationale verdragen over de behandeling van krijgsgevangenen te omzeilen door in het buitenland vastgezette gevangenen aan te merken als ‘vijandelijke strijders’. Volgens zijn tegenstanders heeft hij zo mede bijgedragen aan de mishandeling en vernedering van gevangenen in Irak.